Trends in gebruikte middelen bij euthanasie en samenhang met het aantal meldingen

Onderzoek
M.L. Rurup
B.D. Onwuteaka-Philipsen
A. van der Heide
G. van der Wal
P.J. van der Maas
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:618-24
Abstract

Samenvatting

Doel

Inzicht geven in de relatie tussen middelengebruik bij euthanasie en melding.

Opzet

Retrospectief en beschrijvend.

Methoden

Door vergelijking van het middelengebruik bij euthanasie volgens verschillende deelonderzoeken van studies uit 1990, 1995 en 2001 werd inzicht verkregen in het middelengebruik bij alle gevallen van euthanasie die aan de definitie daarvan voldoen (sterfgevallenonderzoek), de gevallen van euthanasie die bovendien door de arts zelf als euthanasie werden gezien (artseninterviews) en de gevallen van euthanasie die bovendien waren gemeld (gemelde-gevallenonderzoek).

Resultaten

In 2001 werd in 76 van alle gevallen van euthanasie een regulier euthanaticum gebruikt en in 23 een morfineachtig middel. Euthanasie met reguliere euthanatica werd in 1995 in 73 en in 2001 in 71 van de gevallen gemeld, en euthanasie met morfineachtige middelen in respectievelijk 2 en 1 van de gevallen. Het totale meldingspercentage van euthanasie in 2001 was wel hoger dan in 1995: 54 versus 44, doordat kennelijk in 2001 vaker euthanasie werd uitgevoerd met reguliere euthanatica en minder vaak met morfine.

Conclusie

Euthanasie werd in toenemende mate uitgevoerd met de daartoe aanbevolen middelen. Euthanasie met morfine werd zelden gemeld. Mogelijk beschouwden artsen dit niet altijd als euthanasie.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:618-24

Auteursinformatie

VU Medisch Centrum, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek, afd. Sociale Geneeskunde, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam.

Mw.dr.M.L.Rurup, medisch bioloog; mw.dr.B.D.Onwuteaka-Philipsen, gezondheidswetenschapper; hr.prof.dr.G.van der Wal, sociaal geneeskundige.

Erasmus MC, Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg, Rotterdam.

Mw.dr.A.van der Heide en hr.prof.dr.P.J.van der Maas, artsen-epidemiologen.

Contact mw.dr.M.L.Rurup (m.rurup@vumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties