Veel redenen om het niet te doen, 1 om het wel te doen

Screening bij ouderen

Opinie
Joris P.J. Slaets
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4771
Abstract

Hippocrates geloofde dat het belangrijker is om de persoon te kennen die een ziekte heeft dan om de ziekte te kennen die de persoon heeft. Bij ouderen valt daar veel voor te zeggen. Dat zou kunnen betekenen dat screenen op ziekte en op risico’s voor ziekte minder relevant is dan screenen op contextuele informatie over de persoon.

Laat ik met het eerste beginnen. Zowel in de eerste als tweede lijn neemt de druk om ouderen te screenen toe. Het blijkt echter al moeilijk doelmatige screeningsprogramma’s bij volwassenen (tot 65 jaar) op te zetten en de geschiedenis van de preventieve geneeskunde zou ons tot bescheidenheid moeten aanzetten. Slechts enkele aandoeningen, zoals hypertensie, blijken stevig onderbouwd voor screening bij volwassenen, maar bij een beperkte levensverwachting en concurrerende morbiditeit verdwijnt het gunstige effect van deze programma’s. En, zoals Sir Muir Gray stelde, ieder screeningsprogramma veroorzaakt schade; sommige doen daarnaast ook iets goed.

Wat…

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Groningen, Centrum voor Ouderengeneeskunde, Groningen.

Contact Prof.dr. J.P.J. Slaets, klinisch geriater (j.p.j.slaets@umcg.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 10 maart 2012

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Dementie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties