‘Frailty’ bij ouderen

Klinische praktijk
Marianne B. van Iersel
David R.M. Jansen
Marcel G.M. Olde Rikkert
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A183

Dames en Heren,

De ene 80-jarige is de andere niet. Dit is een waarheid als een koe; daarover is op het eerste gezicht geen klinische les nodig. Maar, ondanks de grote heterogeniteit onder ouderen is de ouderenzorg nog grotendeels uniform en daardoor vaak inadequaat (Gezondheidsraad 2007: www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/U-1098.pdf). Met het toenemende aantal ouderen neemt ook het aantal ouderen toe met meerdere ziekten, beperkingen in het functioneren en afhankelijkheid van informele en professionele zorg. Deze ouderen zijn gevoeliger voor nadelige effecten van bijkomende ziekte en voor schadelijke effecten van medisch handelen. Hierdoor hebben ze een grotere kans op verdere functionele achteruitgang, afhankelijkheid van zorg en sterfte. Verbetering van de kwaliteit en doelmatigheid van de ouderenzorg, met als doelen zo lang mogelijk behoud van zelfstandigheid en optimale kwaliteit van leven, begint met tijdige signalering van deze kwetsbaarheid.

Sinds de eeuwwisseling worden ouderen met complexe problematiek in navolging van de Angelsaksische literatuur steeds…

Auteursinformatie

Ziekenhuis Rijnstate, Arnhem.

UMC St Radboud, Nijmegen: drs. D.R.M. Jansen, coassistent.

Kenniscentrum Geriatrie: prof.dr. M.G.M. Olde Rikkert, klinisch geriater.

Contact dr. M.B. van Iersel (m.vaniersel@ger.umcn.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 30 maart 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties