artikel
Een gezondheidswerker die geen rookstop advies geeft, verwaarloost zijn patiënt. Tijdens scholing aan huisartsen en specialisten laten wij de cijfers, de omvang van de gevolgen van roken zien. We geven cijfers over ongewenste infertiliteit, chronische middenoorontstekingen, hartvaatziekten, het sterk aantal toegenomen complicaties postoperatief en natuurlijk vertellen we dat 30-40% van alle kankers door roken ontstaat. We leggen uit hoe de verslaving werkt, hoe de irreële cognities ontstaan en hoe ze te ontrafelen. Vervolgens laten wij zien hóe je dat advies om te stoppen het beste kunt geven. Eerst spelen we voor hoe wij het vroeger deden met het directieve ‘U moet stoppen!’. Na zo’n bevel word je door de patiënt meestal overspoeld door alle redenen om door te roken. Dat is slopend, niet leuk en vooral niet effectief. In de training laten we zien hoe het ook kan: empathisch, reflecterend, open vragen stellend. Motiverende gespreksvoering is immers dé gespreksmethode om ongewenst gedrag te benaderen.
Deelnemende artsen komen steevast met de opmerking: ‘Dat duurt veel te lang, wij hebben daar geen tijd voor.’ Dan vertellen we dat wij voor een nieuwe patiënt ook maar 20 minuten hebben en dat we net als zij ook 30-35 patiënten op een dag zien, met longkanker en COPD. Onze praktijk verschilt echt niet van de gemiddelde specialistenpraktijk. De motiverende manier duurt ook helemaal niet zoveel langer dan de directieve manier. En als je één ding kunt doen wat zinvol is, is het iemand laten stoppen.
Pauline en ik spelen dit als duo. De één in doktersjas met panterprint, de ander als patiënt, elke keer een andere, rechtstreeks uit het leven gegrepen. We hebben op de Albert Cuyp pruiken, nepsigaretten en brillen gekocht. Omdat wij zoveel mogelijk gezondheidswerkers willen bereiken, zo vroeg mogelijk in het primaire, dan wel het secundaire preventietraject, én efficiënt met onze tijd moeten omgaan, kiezen we het liefst voor grote groepen en voor hen die de jeugd bereiken: jeugdartsen, mondhygiënisten huisartsen en praktijkondersteuners.
Toen we eenmaal ontdekten dat motiverende gespreksvoering het begin is van de rookstopinterventie besloten we een nieuw boek te schrijven. De bestaande handboeken vonden we wel goed, maar voor de snelle dagelijkse praktijk vaak te ingewikkeld. Ons boek staat vol met allerlei soorten gedrag wat je zou willen veranderen: onveilig vrijen, te weinig bewegen, medicatiegebruik en rookverslaving. En wie kan beter commentaar geven op asociaal gedrag dan de door Marnix Rueben – de tekenaar van Haagse Harry – getekende figuren.
Johan Mackenbach laat in zijn boek Ziekte in Nederland zien dat meer dan de helft van alle ziekten tegenwoordig door gedrag komt. Vroeger behandelden we een ziekte met een pil. Nu behandelen we veel vaker gevolgen van ongezond gedrag. Die hoestende patiënt wil misschien nog steeds een hoestdrankje en geen rookstopadvies, maar u bent aan zet. U kunt iemand wakker schudden op de juiste, meest effectieve wijze. Het werk wordt er veel leuker door en de lastige patiënt bestaat opeens niet meer.
Reacties