Samenvatting
Er zijn twee redenen waarom huisartsen in hun wijk met anderen moeten samenwerken: sociale problemen die zich in lichamelijke klachten vertalen én het aanpakken van een gezonde leefstijl en preventie.
Het project Preventie in de Buurt (2014-2018) van het RIVM en het Nederlands Huisartsen Genootschap ondersteunt professionals uit de huisartsenzorg, publieke gezondheid en sociaal domein bij deze samenwerking. Dat gebeurt op verschillende manieren: uitwisselen van ervaringen en succesvolle praktijkvoorbeelden, 20 lokale werksessies, online beschikbaar stellen van materialen en borging via de opleiding en nascholing van huisartsen en medewerkers in de publieke gezondheid. De huisarts heeft een rol in wijkgerichte preventie. De ervaringen met de lokale werksessies en de praktijkvoorbeelden van samenwerking tussen huisartsenzorg, publieke gezondheid en sociaal domein zijn positief. Voor grootschalige implementatie van wijksamenwerking is de hoge werkdruk in de huisartsenzorg een belangrijk knelpunt. Randvoorwaarden en heldere afspraken over regie in de wijk zijn nodig om deze wijksamenwerking goed vorm te geven.
artikel
Het nieuwe kabinet wil volgens de regeringsverklaring meer nadruk leggen op preventie en gezondheidsbevordering. Er komt een ‘nationaal preventieakkoord’ met patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, sportverenigingen en -bonden, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Dit akkoord richt zich vooral op de aanpak van roken en overgewicht. Dat lijkt ons een verkeerde aanpak, want in plaats van ‘verticale’ programma’s op een enkel thema, is een brede integrale preventieaanpak gewenst, met aandacht voor zelfmanagement en preventie, en met een goede samenwerking binnen en tussen de verschillende maatschappelijke en medische domeinen.1
Waarom samenwerken in de wijk?
Er zijn twee redenen waarom huisartsen in hun wijk met anderen moeten samenwerken: de aanpak van sociale problemen die zich in lichamelijke klachten vertalen en de bevordering van een gezonde leefstijl en preventie.
Huisartsen kunnen problemen die veroorzaakt worden door de maatschappelijke situatie van hun patiënten, zoals schulden en eenzaamheid, niet in hun eentje oplossen, maar ze moeten hun patiënten wel kunnen verwijzen naar instanties in de wijk. De klinische les van Hedwig Vos elders in dit nummer (D2311) laat zien hoe dat concreet kan. Door de transities in de zorg ligt er een belangrijke rol bij gemeenten rond ouderenzorg, achterstandsproblematiek, zorg voor de jeugd, leefstijl, veiligheid, openbare ggz en het welzijnsaanbod (van hulpverlening tot ontmoeting). Daarom is het nodig dat huisartsen en de gemeente afspraken maken over samenhangende zorg en gezondheidsondersteuning. Voor huisartsen is de weg naar de tweede lijn bekend en gebruikelijk, maar zij kunnen hun patiënten veel vaker verwijzen naar diensten en voorzieningen in de wijk. Voor gemeenten is contact met huisartsen belangrijk om de nieuwe zorgtaken en het gemeentelijk beleid te laten aansluiten op de zorg in de eerste lijn.
Huisartsen hebben te maken met patiënten met een ongezonde leefstijl. In het signaleren en bespreekbaar maken van leefstijl hebben huisartsen een belangrijke rol, maar zij zijn niet altijd de aangewezen zorgverlener om die gezonde leefstijl te bevorderen. Volgens de Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022 (uit 2012) moeten huisartsen samen met de GGD en gemeente vorm geven aan wijkgerichte preventie, waarbij zij afspreken wie op welke wijze de effectiefste rol kan spelen.2 Uit een tussenevaluatie van het Nivel in 2014 bleek dat er nog veel werk moet worden verzet om de doelstellingen te verwezenlijken.3
Preventie in de Buurt
Om de ambitie uit de Toekomstvisie, samenwerking tussen huisarts, GGD, gemeente en wijk, een impuls te geven is Preventie in de Buurt (2014-2018) gestart, in opdracht van het ministerie van VWS. RIVM Centrum Gezond Leven (CGL) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) ondersteunen – met andere landelijke organisaties (LHV, Ineen, Pharos, GGD-GHOR Nederland, Trimbos-instituut) en regionale partners, zoals Regionale Ondersteunings Structuren (ROS), GGD’s en zorggroepen – professionals uit huisartsenzorg, publieke gezondheidszorg en het sociale domein bij deze samenwerking.
Dat gebeurt op verschillende manieren:
- Uitwisselen van ervaringen en praktijkvoorbeelden van samenwerking tussen professionals uit de huisartsenpraktijk en publieke gezondheidszorg.
- 20 lokale werksessies waarin professionals een impuls geven aan hun samenwerking in de wijk.
- Online beschikbaar stellen van materiaal dat professionals kunnen gebruiken om (samen) te werken aan een gezonde leefstijl van inwoners.
- Borging van uitkomsten, kennis en ervaringen in scholing en nascholing van huisartsen, opleiders en medewerkers in de publieke gezondheidszorg.
Praktijkvoorbeelden
Er zijn al veel goede praktijkvoorbeelden van integrale samenwerking tussen huisartsen, andere eerstelijnsprofessionals, welzijnswerkers en sociale wijkteams. In het project ‘Krachtzorg’ in de Utrechtse wijk Overvecht hebben wijkbewoners baat bij een bredere, gezondheidsgerichte gespreksvoering en tegelijk dalen de verwijzingen naar ziekenhuizen.4,5 Er zijn ook goede voorbeelden van samenwerking met welzijn (Welzijn op recept) of ouderenzorg en pilots met meer tijd voor de patiënt.6 Meer voorbeelden zijn te vinden via www.loketgezondleven.nl/voorbeelden-huisartsenpraktijk.
Lokale werksessies
Voor samenwerking is het nodig dat professionals in de wijk elkaar kennen en weten wat ze voor elkaar kunnen betekenen, wat de samenwerking hun oplevert en welke werkafspraken zijn gemaakt. In 20 wijken (het aantal heeft te maken met het beschikbare budget, benodigd aantal voor spreiding, en beschikbare projectperiode) kan een werksessie vanuit Preventie in de Buurt een impuls geven aan structurele lokale samenwerking. Collega’s uit een wijk gaan in een dergelijke sessie een dagdeel praktisch aan de slag. Een werksessie wordt georganiseerd met de GGD, ROS, gemeente of zorggroep, want zij weten wat er lokaal speelt en zij kunnen zorgen voor borging van de afgesproken aanpak. Er zijn inmiddels 6 sessies gehouden, nog 9 gepland en 5 in voorbereiding.
De lokale werksessies volgen een door de NHG geaccrediteerde opzet die is uitgewerkt aan de hand van de Gezonde Wijkaanpak.7 De Gezonde Wijkaanpak neemt de deelnemers stapsgewijs mee naar een wijkgerichte preventie. Allereerst wordt de gezondheidssituatie in de wijk in kaart gebracht – meestal op basis van bestaande wijkscans van GGD, gemeente of gegevens uit de huisartsenpraktijk – waarna vanuit een gezamenlijke visie prioriteiten worden gesteld en een plan van aanpak wordt gemaakt, uitgevoerd en geëvalueerd.
Doorgaans heeft een werksessie 20 deelnemers. Dat zijn bijvoorbeeld huisartsen, praktijkondersteuners, wijkverpleegkundigen, welzijnswerkers, gemeente, buurtsportcoaches, fysiotherapeuten en GGD’ers. Een trainer uit het netwerk van gecertificeerde coaches voor medici vanuit het NHG begeleidt de werksessie. Soms is tijdens de voorbereiding al duidelijk welk gezondheidsprobleem de deelnemers willen aanpakken, andere keren ontstaat de focus tijdens de werksessie, op basis van een wijkprofiel en praktijkervaringen. De gezondheidsproblemen die centraal staan variëren van overgewicht en hart- en vaatziekten tot eenzaamheid en stress. Deelnemers waarderen de werksessies omdat ze vaak collega’s ontmoeten die ze voorheen niet kenden of van wie ze niet precies wisten wat ze doen. Een werksessie helpt om beter naar elkaar te kunnen verwijzen. Daarnaast biedt de werksessie de mogelijkheid om vanuit een gezamenlijke visie te werken aan de oplossing van een gezondheidsprobleem. De eerste 2 werksessies in Hilversum en Veenendaal laten zien dat een half jaar na de werksessie concrete samenwerkingsafspraken zijn gemaakt, dat men elkaar regelmatig ontmoet en dat gezamenlijke doelen een plek kregen in het gemeentelijk gezondheidsbeleid. De werksessies zijn een eerste stap, maar ze vormen ook voor de langere termijn een goede voedingsbodem voor wijkgericht samenwerken aan preventie.
Materiaal
Het project Preventie in de Buurt stelt middelen ter beschikking waarmee zorgprofessionals in de huisartsenpraktijk een gezonde leefstijl bij hun patiënten kunnen stimuleren. Zo zijn de NHG-zorgmodules Leefstijl (uit 2015) een goede ondersteuning, als met partners in de wijk is afgesproken hoe het lokale aanbod hierop aansluit.8 Verder is er een overzicht van online-interventies beschikbaar en zullen in 2018 een praktijkhandleiding ‘samenwerken aan gezondheid in de wijk’ en een e-learning verschijnen.9
NHG zorgmodules Leefstijl
De Leefstijlmodules zijn ontwikkeld op basis van vragen uit de praktijk. Huisartsen en zorggroepen hebben behoefte aan ondersteuning bij de leefstijladvisering. Vaak ontbreekt een overzicht van het lokale zorgaanbod en soms schort het aan afstemming met andere eerstelijnszorgverleners. Zorggroepen missen bovendien de aansluiting tussen bestaande richtlijnen en de praktijk en zij hebben behoefte aan inhoudelijke ondersteuning bij de inrichting van de chronische zorg. De Leefstijlmodules voorzien in deze behoeften en geven richtlijnen bij de aandachtsgebieden roken, alcohol, bewegen en voeding: van het signaleren en aankaarten van de problematiek tot de begeleiding en verwijzing van de patiënt. Het is niet bekend hoeveel huisartsen en andere zorgverleners gebruikmaken van de leefstijlmodules. De betreffende pagina’s op de NHG-website zijn het afgelopen jaar 6.050 keer bezocht. Voor patiënten is informatie die hierbij aansluit beschikbaar op Thuisarts.nl.10
Professionals in de huisartsenpraktijk kunnen gebruikmaken van het reeds genoemde overzicht van online-interventies.9 Daarmee kunnen zij patiënten die aan hun leefstijl willen werken, doorverwijzen naar een app, een programma of een cursus op internet, aansluitend bij zelfmanagementmogelijkheden en gezondheidsvaardigheden.
Uitdagingen
De huisarts heeft een rol in wijkgerichte preventie. De ervaringen met de lokale werksessies en de praktijkvoorbeelden van samenwerking tussen huisartsenzorg, publieke gezondheid en sociaal domein zijn positief.
Voor grootschalige implementatie van wijksamenwerking is de hoge werkdruk in de huisartsenzorg een belangrijk knelpunt. Anderzijds, als huisartsen en praktijkondersteuners hun patiënten beter kunnen doorverwijzen naar aanbod in de wijk, levert de samenwerking voordeel en tijdwinst op. En niet iedere huisarts hoeft zelf met de gemeente om de tafel: het overleg kan ook via de huisartsengroepen (hagro’s) of zorggroepen worden gevoerd. Wel zijn randvoorwaarden en heldere afspraken over regie in de wijk van belang om de samenwerking goed vorm te geven.
Literatuur
Zorg voor je gezondheid! Gedrag en gezondheid: de nieuwe ordening. Discussienota uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Den Haag, april 2010.
LHV/NHG. Toekomstvisie huisartsenzorg. Modernisering naar menselijke maat. Huisartsenzorg in 2022. Utrecht 2012.
Hassel D, Van Korevaar J, Batenburg R, Schellevis F. De Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022, waar staat de huisartsenzorg anno 2014? Utrecht: NIVEL, 2015;84.
Krachtzorg Overvecht. Zie www.zorgvisie.nl/overvecht-gezond-bespaart-half-miljoen-euro/. Geraadpleegd op 20 november 2017.
Leemrijse C, De Bakker D, Schoenmakers T. Overvecht Gezond! Theoretische onderbouwing van de ‘krachtige basiszorg’ in de Utrechtse wijk Overvecht. Nivel Utrecht, 2016.
Sinnema H, Smiesing J, De Ruiter M, et al. Welzijn op recept. Handleiding voor de ontwikkeling en invoering van het welzijnsrecept – Trimbos Instituut Utrecht, Herziene uitgave februari 2014.
Gezonde wijkaanpak. Zie www.loketgezondleven.nl/gezonde-wijkaanpak. Geraadpleegd op 20 november 2017.
De nieuwe NHG-zorgmodules leefstijl. Huisarts en Wetenschap 58;2015: 486-9.
Overzicht online interventies. Zie www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/151123_overzicht_online_interventies_preventie_in_de_buurt_update_nov_tg.pdf . Geraadpleegd op 20 november 2017.
Thuisartsteksten Gezonde leefstijl. Zie https://www.thuisarts.nl/gezonde-leefstijl. Geraadpleegd op 20 november 2017.
Reacties