Artsen stellen behoeften van ouderen centraal

Opinie
C.C.M. (Karianne) Jonkers
Carla H. Bakker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:A8075
Abstract
Download PDF

In de serie Oud, (g)een probleem? publiceren we een groot aantal artikelen over complexe zorg voor ouderen. De serie is deels gebaseerd op uitkomsten van het onderzoeksprogramma Nationaal Programma Ouderen. Jacobijn Gussekloo, hoogleraar huisartsgeneeskunde in het LUMC, en Marcel Olde Rikkert, hoogleraar geriatrie in het Radboudumc, vormen de gastredactie.

Leerdoelen
Uitleg

BeterOud

Het platform ‘BeterOud’ brengt innovaties en partijen bij elkaar en helpt hen bij het verder ontwikkelen en toepassen van deze innovaties, zodat ouderen hier baat bij hebben. ‘BeterOud’ stelt ouderen zelf centraal en steunt daarbij op de ‘Toekomstvisie en veranderagenda BeterOud’.6 Het platform staat sinds april 2015 online op www.beteroud.nl. Deze website geeft een overzicht van goede voorbeelden van innovatieve projecten in de ouderenzorg, met instrumenten, tips, ervaringen en onderbouwing, zodat anderen hierdoor geïnspireerd raken en ook direct zelf aan de slag kunnen; veel van deze voorbeelden komen voort uit het NPO. Daarnaast faciliteert het platform het leren van elkaar. In leergemeenschappen werken professionals en actieve ouderen samen aan een thema of aan de implementatie van een instrument in hun eigen regio.

artikel

‘Breng de zorgbehoefte van kwetsbare ouderen in kaart en sluit het zorgaanbod hierop aan in regionale netwerken.’ Met die opdracht van het ministerie van VWS ging het ‘Nationaal programma ouderenzorg’ (NPO) van ZonMw in 2008 van start. Om de zorg voor kwetsbare ouderen te verbeteren zijn meer dan 650 partijen op het gebied van zorg, welzijn en wonen regionaal gaan samenwerken in dit NPO.

In totaal vormen de partijen 8 regionale netwerken, die zijn geïnitieerd vanuit de universitaire medische centra en die samen met ouderen worden vormgegeven. In deze netwerken zijn ruim 75 projecten uitgevoerd. Inmiddels komt een rijke oogst van projecten beschikbaar, die vergezeld gaan van onderzoek naar effecten en doelmatigheid. Sinds 2014 wordt in het NPO gewerkt aan het bundelen en implementeren van de projectresultaten. Eind 2016 zal het NPO stoppen bij ZonMw en worden de opbrengsten van het NPO voortgezet in het platform ‘BeterOud’ (zie uitlegkader).

Maar wat hebben artsen in de praktijk hier nu aan? Welke lessen heeft het NPO ons geleerd die de moeite van het overnemen waard zijn? En wat moet u vooral niet meer doen?

Oudere staat centraal

‘Hulpverleners zijn er zelf van overtuigd dat ze vraag-gestuurd bezig zijn, maar blijken sterk geneigd problemen zó te formuleren dat hun eigen oplossingen daar het beste bij passen.’1 Dit citaat van huisarts Tony Poot illustreert hoe lastig het is om de behoeften van ouderen daadwerkelijk centraal te stellen. Wat wil de oudere zelf? Heeft hij of zij behoefte aan een behandeling of aan ondersteuning?

Het NPO heeft sterk ingezet op het werken vanuit de behoefte van ouderen en loopt daarmee vooruit op de huidige hervorming in de zorg. De arts neemt het functioneren van de oudere als vertrekpunt. De oudere dient eigen verantwoordelijkheid te nemen, eigen mogelijkheden aan te geven én te benoemen waarvoor ondersteuning nodig is. Dat gaat niet vanzelf. De professional leert gaandeweg de oudere te helpen prioriteiten en doelen te stellen. Deze werkwijze vraagt om een cultuuromslag. In de afgelopen jaren zijn op dit terrein grote stappen gezet.

Het vragen naar welbevinden en ondersteuningsbehoeften maakt nu voor veel professionals deel uit van hun dagelijkse werk.2 Dit gebeurt ook in het NPO-project ‘SamenOud’, waarin de zorg en begeleiding door een Ouderenzorg Team van de huisartsenpraktijk rond de oudere wordt georganiseerd, dicht bij deze oudere thuis.3 Aan de hand van een vragenlijst wordt vastgesteld hoe de oudere ervoor staat als het gaat om gezondheid, welbevinden, welzijn en wonen. Afhankelijk van de antwoorden wordt samen met de oudere een plan gemaakt, zodat hij op een prettige manier zo zelfstandig mogelijk kan blijven leven.

Dit project heeft geleid tot een hogere ervaren kwaliteit van de zorg, meer zelfredzaamheid en eigen regie, en meer welbevinden (bron: BeterOud, www.beteroud.nl). Dat maakt dat een zorgverzekeraar ook na afloop van de projectperiode de interventie is blijven vergoeden.

Van evidencebased geneeskunde naar evidencebased welbevinden

Niet alleen bij artsen en ouderen is een cultuuromslag nodig, maar ook bij onderzoekers en beleidsmakers.1 Want als ouderen hun wensen en doelen uiten, levert dat uitkomstmaten en studieopzetten op die wetenschappelijk en bestuurlijk gezien niet of nog niet geaccepteerd zijn.

In veel NPO-projecten is evidencebased geneeskunde als vertrekpunt genomen en zijn uitkomstmaten als kwaliteit van leven, heropnames of achteruitgang in zelfredzaamheid gebruikt. Maar de praktische wensen van ouderen hebben vaak veel meer te maken met gevoel van veiligheid, bejegening, verlies aan regie en zelfrespect.1 Deze aspecten vragen andere uitkomstmaten en studieopzetten dan die in NPO-projecten zijn toegepast, bijvoorbeeld minder RCT’s en meer pragmatisch onderzoek.

Gaandeweg het NPO bleken ouderen beter in staat om hun wensen en doelen te verwoorden en waren onderzoekers en bestuurders beter in staat om deze te begrijpen en te vertalen richting onderzoek. De lopende onderzoeken kwamen echter aan het begin van het NPO onder grote tijdsdruk tot stand en waren toen lastig aan te passen.

Meer verbinding tussen zorg, welzijn en wonen

Een andere les uit het NPO is dat de zorg en ondersteuning die aan de behoeften van kwetsbare ouderen voldoen, tot stand moeten komen binnen een team of netwerk. Met de huidige gemeentelijke decentralisaties en meer aandacht voor het sociale netwerk van mensen is deze aanpak nog wenselijker geworden.

In de NPO-projecten zijn multidisciplinaire verbindingen opgezet tussen medische en langdurige zorg, welzijn en wonen en formele en informele zorg. In het project ‘Even buurten’ bijvoorbeeld helpen sleutelfiguren in de wijk, zoals de lokale visboer of een actieve vrijwilliger, om ouderen met signalen van kwetsbaarheid op te sporen.4 Zij geven vervolgens de namen van deze ouderen door aan een ‘spil’. Dit is een getrainde professional die de wijk goed kent en die een overzicht heeft van het lokale zorg- en welzijnsaanbod. Op deze manier worden kwetsbare ouderen in contact gebracht met de juiste instanties om te zien of ondersteuning of zorg nodig is.

Voor de arts betekent dit dat patiënten de weg naar het ondersteuningsaanbod vaker direct weten te vinden. Daarnaast kan de huisarts via de spil een oudere eenvoudig verwijzen naar het juiste ondersteuningsaanbod.

Kwetsbaarheid planmatig in kaart brengen

Het NPO heeft ons ook geleerd dat alleen het planmatig in kaart brengen van de kwetsbaarheid van een oudere weinig effectief is als dit niet gevolgd wordt door een op maat gesneden interventie. Momenteel maken onderzoekers van het NPO gezamenlijk een overzicht van de kosten en opbrengsten van de verschillende manieren van vroege opsporing van kwetsbare ouderen als onderdeel van de laatste fase van het NPO. Deze vroege opsporing is de basis van het individuele zorgplan, dat vervolgens moet worden opgesteld.5,6 De professional heeft de oudere daardoor veel beter in beeld dan voorheen. En dat mes snijdt aan twee kanten. Niet alleen de oudere kan er beter van worden, ook de samenleving. Kwetsbaarheid van ouderen is bijvoorbeeld ook een voorspeller van de hoogte van de zorgkosten.7 Met meer passende en op welzijn gerichte hulp kunnen die kosten lager uitvallen.

Conclusie

Om de zorg voor kwetsbare ouderen te verbeteren moeten artsen de behoefte van de oudere patiënt centraal stellen. Daarbij moeten de benodigde zorg en ondersteuning tot stand komen binnen een team of netwerk. De kwetsbare oudere patiënt is niet gebaat bij algemene interventies en daarom is het bieden van maatwerk noodzakelijk. Dat zijn onder andere de lessen die wij hebben geleerd van het ‘Nationaal programma ouderenzorg’, dat in 2008 begon. In de leergemeenschappen van het platform ‘BeterOud’ worden de producten uit het NPO toepasbaar gemaakt en verder verspreid, ook onder professionals die tot nu toe niet betrokken waren. Dat kost wel tijd.8

De uitkomstmaten en opzetten van de eerste onderzoeken in het NPO sloten onvoldoende aan bij de belevingswereld van ouderen, waardoor de effectiviteit en kosteneffectiviteit niet voor alle NPO-projecten goed kon worden vastgesteld. Uit de ervaringsverhalen van professionals en ouderen blijkt dat zij wel meerwaarde ervaren van de uitvoering van deze projecten.2,9,10 We pleiten er dan ook voor om niet vroegtijdig conclusies te trekken uit de resultaten van het NPO, maar eerst goed de meerwaarde van de projecten vanuit het perspectief van de professionals én de ouderen vast te stellen.

Literatuur
  1. Van Dierendonck JH. Oud of wijs - ervaringsdeskundige maakt het verschil in onderzoek naar ouderenzorg. Utrecht: Nederlandse Federatie Universitair Medische Centra; 2015.

  2. Oogst, de opbrengst van 5 jaar NPO. Den Haag: ZonMw; 2013.

  3. Uittenbroek RJ, Spoorenberg SLW, Brans R, et al. SamenOud, een model voor geïntegreerde ouderenzorg: studieprotocol van een gerandomiseerde studie naar de effectiviteit betreffende patiëntuitkomsten, kwaliteit van zorg, zorggebruik en kosten. Tijdschr Gerontol Geriatr. 2014;45:92-104.

  4. Van Dijk HM, Cramm JM, Lotters FJB, Nieboer AP. Even Buurten. Een wijkgerichte aanpak voor thuiswonende ouderen in Rotterdam. Publicatienr 2013.10. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam; 2013.

  5. Wind AW, Gussekloo J. Het zorgplan als methode en kompas. Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A8630 Medline.

  6. BeterOud: een breed gedragen toekomstvisie en veranderagenda voor wonen, welzijn en zorg voor ouderen in een kwetsbare positie. Den Haag: Nationaal Programma Ouderenzorg; 2015.

  7. Lutomski JE, Baars MA, Boter H, et al. Kwetsbaarheid, dagelijkse beperkingen en ziektelast: samenhang met kwaliteit van leven en zorggebruik bij ouderen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7297 Medline.

  8. Wessels K. Interview met hoogleraar geriatrie Marcel Olde Rikkert: ‘Onthoud patiënten geen goede zorg door te snelle conclusies over vernieuwingen’. Kwaliteit in Zorg. 2014;3:22-4.

  9. Hekstra E. Oogst NPO helpt denkwereld oudere doorgronden. Skipr 30 april 2015.

  10. Schulpen GJC, Bovens AMPM, Maes J. Het is niet al (G)OUD wat er blinkt. De Eerstelijns. 2015;33-5.

Auteursinformatie

ZonMw, Den Haag.

Dr. C.C.M. Jonkers, gezondheidswetenschapper.

NFU-consortium Kwaliteit van Zorg, Leiden.

Dr. C.H. Bakker, epidemioloog.

Contact dr. C.H. Bakker (c.h.bakker@lumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning voor dit artikel: C.C.M. Jonkers is momenteel werkzaam bij ZonMw en C.H. Bakker was van 2006-2014 werkzaam bij ZonMw, waar ze het ‘Nationaal programma ouderenzorg’ coördineerde.

Auteur Belangenverstrengeling
C.C.M. (Karianne) Jonkers ICMJE-formulier
Carla H. Bakker ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties