Prospectieve vergelijking van het stroomschema voor laboratoriumonderzoek van anemie uit de NHG-standaard 'Anemie' met een eigen, inhoudelijk en logistiek alternatief stroomschema

Onderzoek
W.P. Oosterhuis
M. van der Horst
K. van Dongen
H.J.L.M. Ulenkate
M. Volmer
R.W. Wulkan
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2326-32
Abstract

Samenvatting

Doel

Het stroomdiagram voor de diagnostiek van anemie uit de standaard ‘Anemie’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) werd vergeleken met een inhoudelijk en logistiek alternatief protocol.

Opzet

Prospectief.

Methode

Voor de evaluatie van een anemie werden vanuit de eerste lijn 124 patiënten aangemeld bij het laboratorium van het St. Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg (n = 94) en het Scheper Ziekenhuis te Emmen (n = 30). Twee stroomschema’s werden gebruikt: dat van het NHG en een zelf ontworpen schema, waarin niet het ‘mean corpuscular volume’ (MCV), maar de ferritineconcentratie centraal staat. Alle laboratoriumbepalingen die in de stroomschema’s voorkwamen, werden bij elke patiënt uitgevoerd. Om praktische redenen werden Hb-elektroforese en beenmergonderzoek uitgezonderd. De huisartsen werden benaderd en patiëntendossiers werden geraadpleegd voor aanvullende klinische gegevens.

Resultaten

Volgens het NHG-protocol konden 64 patiënten op grond van het laboratoriumonderzoek niet worden ingedeeld (52). Meestal ging het om patiënten met een normocytaire anemie die niet voldeden aan de criteria voor ijzergebreksanemie of anemie van de chronische aandoening. Volgens het alternatieve schema werd bij 36 patiënten geen diagnose gesteld (29). Het betrof patiënten bij wie geen afwijkende laboratoriumuitslagen werden gevonden, afgezien van de verlaagde hemoglobinewaarde. Het grootste deel van de patiënten had een normocytaire anemie, in sommige gevallen geduid als ‘anemie van de chronische aandoening’, maar vaker kon de anemie niet worden ingedeeld. Een groot aantal patiënten had een verhoogde creatininewaarde. Deze bepaling komt niet voor in het protocol van het NHG. Meer dan één oorzaak voor anemie werd gevonden bij 15 van de patiënten. Met het NHG-protocol konden deze meervoudige diagnosen niet worden gesteld. Het NHG-protocol liet zich derhalve moeilijk op laboratoriumniveau implementeren.

Conclusie

Met het NHG-stroomdiagram was een groot percentage van de patiënten niet in te delen. Met het alternatieve stroomdiagram, dat eenvoudiger door het laboratorium is uit te voeren, was het mogelijk meervoudige diagnosen te stellen.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2326-32

Auteursinformatie

Atrium Medisch Centrum, afd. Klinische Chemie, Postbus 4446, 6401 CX Heerlen.

Hr.dr.W.P.Oosterhuis, arts, chemicus en epidemioloog.

Scheper Ziekenhuis, afd. Klinische Chemie, Emmen.

Hr.M.van der Horst, medewerker opleiding en ontwikkeling klinische chemie.

St. Elisabeth Ziekenhuis, afd. Klinische Chemie, Tilburg.

Hr.K.van Dongen, automatiseringdeskundige.

ZorgSaam Ziekenhuis, afd. Klinische Chemie, Terneuzen.

Hr.dr.H.J.L.M.Ulenkate, klinisch chemicus.

Universitair Medisch Centrum Groningen, afd. Klinische Chemie, Groningen.

Hr.dr.ing.M.Volmer, wetenschappelijk laboratoriummedewerker.

Medisch Centrum Rijnmond-Zuid, afd. Klinische Chemie, Rotterdam.

Hr.dr.ir.R.W.Wulkan, klinisch chemicus.

Contact hr.dr.W.P.Oosterhuis (w.oosterhuis@atriummc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties