Problemen bij de interpretatie van het percentage geglyceerd hemoglobine bij patiënten met diabetes mellitus

Klinische praktijk
C.J.J. Tack
J.A. Lutterman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2289-92

Dames en Heren,

Bij de behandeling van diabetes mellitus staat vast dat door een zo goed mogelijke metabole instelling de kans op het ontstaan of toenemen van microvasculaire complicaties wordt verminderd.1 Bij het nastreven hiervan zijn patiënteneducatie, controle door de patiënt zelf, flexibele schema's voor insuline-injectie en zelfregulatie belangrijke hulpmiddelen. Van groot belang is ook een regelmatige evaluatie van de gemiddelde metabole instelling.2 Naast de door de patiënt zelf verrichte meting van de bloedglucosewaarden vormt de bepaling van het percentage geglycosyleerd, of liever geglyceerd, hemoglobine een essentieel onderdeel hiervan. De term ‘geglyceerd’ refereert aan een aantal hemoglobinecomponenten die ontstaan door binding van het eiwitmolecuul met glucose, en die op grond van fysische eigenschappen te scheiden zijn van het normale hemoglobine (HbA0). Deze hemoglobinecomponenten, voor het eerst geïsoleerd in 1958, bestaan uit HbA1a, HbA1b en HbA1c, tezamen HbA1(abc) ofwel HbA1…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Algemene Interne Geneeskunde, Kliniek voor Interne Ziekten, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

C.J.J.Tack en dr.J.A.Lutterman, internisten.

Contact C.J.J.Tack

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties