Pre-expositieprofylaxe van hiv-infectie? Nee, tenzij

Opinie
A.J.P. (Joan) Boeke
Adrie M. Heijnen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A6359
Abstract

Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw wordt getracht het drama ‘aids’ te beteugelen. Dat lijkt aardig te lukken in West-Europa, Australië en Noord-Amerika. In Nederland is het aantal nieuwe patiënten met vastgestelde hiv-infecties gestabiliseerd op ruim 1000 per jaar.1 De grootste categorie hiervan vormen 700 mannen die seks hebben met mannen (MSM). Er is veel energie gestoken in preventie, zoals doelgroepgerichte voorlichting, stimuleren van condoomgebruik, aanbieden van hiv-testen aan risicopopulaties, postexpositieprofylaxe en het eerder starten van behandeling van seropositieve personen.

Nu is er een nieuwe preventieoptie: pre-expositieprofylaxe (PrEP). De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) heeft tenofovir/emctricitabine (TDF/FTC) als profylactisch middel goedgekeurd. Met het dagelijks innemen van een tablet moet het oplopen van een hiv-infectie worden voorkomen. Dat lijkt goed nieuws, maar na afweging van de voor- en nadelen komen wij tot het oordeel: niet doen, tenzij. In dit artikel beargumenteren we waarom.

Onderzoek naar baten en

Auteursinformatie

Huisartsenpraktijk Postjesweg, Amsterdam.

Dr. A.J.P. Boeke, huisarts.

Huisartsenpraktijk Heijnen en De Meij, Amsterdam.

Drs. A.M. Heijnen, huisarts.

Contact dr. A.J.P. Boeke (ajpboeke@wxs.nl)

Verantwoording

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 8 mei 2013

Auteur Belangenverstrengeling
A.J.P. (Joan) Boeke ICMJE-formulier
Adrie M. Heijnen ICMJE-formulier
Pre-expositieprofylaxe van seksuele hiv-transmissie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties