Onnodige belastende behandeling van congenitale heupluxatie te voorkomen door tijdige onderkenning op het consultatiebureau

Onderzoek
R.E. Juttmann
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:1467-71
Abstract

Samenvatting

Bij een groep van 79 kinderen die in het Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia Kinderziekenhuis klinisch werden behandeld wegens dreigend mank lopen als gevolg van een congenitale (sub)luxatie van het heupgewricht, werd onderzocht of screeningstests uitgevoerd door Consultatiebureau-artsen bijdragen aan het tijdig opsporen van deze aandoening.

Wanneer men volgens het schema ‘oude stijl’ (6 keer in de periode van 1-8 maanden) zowel de abductiebeperking als het beenlengteverschil onderzoekt, levert dat, ten opzichte van niet of minder goed gescreende patiënten, naar verwachting de volgende resultaten op:

– De kans op ontdekking van de afwijking op een leeftijd dat een operatie niet is uitgesloten, wordt teruggebracht tot een derde.

– Als gevolg van de invloed van tijdsverlies tussen ontdekking en behandeling wordt met het thans gangbare onderzoekschema de werkelijke kans op een operatie teruggebracht tot de helft.

– De kans op ontdekking op een leeftijd dat een osteotomie volgens Salter noodzakelijk is, wordt nihil.

– In de praktijk wordt de kans op die operatie teruggebracht tot een kwart.

Verlaging van de screeningsfrequentie vermindert naar verwachting deze bijdrage. Ook het onderzoeken van alleen de abductiebeperking lijkt de bijdrage van de screening te verminderen.

Auteursinformatie

Stichting Thuiszorg, werkmaatschappij Kruiswerk, Zomerhofstraat 71, 3032 CK Rotterdam.

R.E.Juttmann, sociaal geneeskundige, jeugdarts.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties