Neostigmine voor de behandeling van acute pseudo-obstructie van het colon (Ogilvie-syndroom)

Klinische praktijk
J.J. Koornstra
N.S. Klaver
J.C. ter Maaten
A.J. Limburg
E.J. van der Jagt
T.S. van der Werf
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:586-9
Abstract

Samenvatting

Bij een 77-jarige man met de ziekte van Parkinson en met acute pseudo-obstructie van het colon (Ogilvie-syndroom) faalde conservatieve behandeling. Onlangs is de veiligheid en effectiviteit aangetoond van neostigmine voor de behandeling van het Ogilvie-syndroom. Intraveneuze behandeling met neostigmine leidde bij de patiënt tot snelle klinische en radiologische verbetering. Vroege herkenning van het ziektebeeld en tijdige toediening van neostigmine bij falende conservatieve maatregelen kunnen de kans op een darmperforatie aanzienlijk reduceren.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Afd. Interne Geneeskunde: J.J.Koornstra, assistent-geneeskundige; dr. J.C.ter Maaten, internist.

Afd. Anesthesiologie: mw.N.S.Klaver, assistent-geneeskundige.

Afd. Maag-, Darm- en Leverziekten: A.J.Limburg, gastro-enteroloog.

Afd. Radiologie: dr.E.J.van der Jagt, radioloog.

Afd. Intensive Care-Beademing: dr.T.S.van der Werf, longarts-intensivist.

Contact dr.T.S.van der Werf (t.s.van.der.werf@int.azg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Zaandam, maart 2001,

Ter completering van de casus van Koornstra et al. (2001:586-9) over de problematiek van het syndroom van Ogilvie staat een buikoverzichtsopname van de betreffende patiënt afgebeeld. Deze opname klopt mijns inziens niet met de beschrijving. In tegenstelling tot wat de auteurs beweren, toont deze foto niet het beeld zoals gezien wordt bij het syndroom van Ogilvie, maar eerder het klassieke beeld van een volvulus van het sigmoïd.1 Bij het syndroom van Ogilvie behoort het gehele colon een duidelijke luchtfiguur te tonen, waarbij de grootste diameter te zien is in het caecum. Dat patiënt na de behandeling goed herstelt, is vermoedelijk meer te danken aan de sigmoïdoscopie, waarbij de niet-herkende volvulus blijkbaar gedetordeerd is, of aan een spontaan terugdraaien van het sigmoïd. In het licht van een volvulus van het sigmoïd is een behandeling met neostigmine niet geïndiceerd.

R.J.L.F. Loffeld
Literatuur
  1. Rosenbusch G, Reeders JWAJ. Kolon: klinische Radiologie und Endoskopie. Stuttgart: Thieme; 1993. p. 96-8.

Groningen, april 2001,

Volvulus van het sigmoïd komt wereldwijd voor, maar wordt relatief frequent gezien in gebieden in Afrika, India en in de Andes. Patiënten melden zich meestal met acute buikpijn.1-5 De buikoverzichtsfoto bij volvulus van het colon sigmoideum laat meestal een gasfiguur zien van het gedilateerde colon dat in een scherpe plooi ontspringt vanuit de linker onderbuik en met een stompe contour tot aan de rechter bovenbuik reikt.6 7 Bij onze patiënt was de contour van de gasfiguur in de linker onderbuik stomp. Bij het syndroom van Ogilvie is overigens zowel het colon transversum als het caecum gedilateerd.8 Collega Loffeld opent terecht de discussie over de differentiële diagnostiek van acute pseudo-obstructie van het colon (Ogilvie-syndroom). Wij pleiten ervoor een zorgvuldige diagnostische afweging te maken voordat men besluit neostigmine te geven. Hoewel wij daarover geen klinische informatie hebben kunnen vinden, kunnen wij ons voorstellen dat neostigmine ernstige complicaties kan veroorzaken bij mechanische obstructie. Kenmerkend voor de pseudo-obstructie is - zoals ook in onze beschrijving is aangegeven - dat er geen organische obstructie, zoals volvulus, intussusceptie of een obstruerende tumor bestaat. De endoscopie voorafgaand aan de behandeling met neostigmine was in dit opzicht bewijzend voor de door ons gestelde diagnose. In het algemeen wordt röntgendiagnostiek in de klinische context voldoende betrouwbaar geacht,9 10 maar bij twijfel is onzes inziens endoscopisch onderzoek aangewezen, tenzij complicaties, zoals perforatie, worden vermoed op basis van peritoneale prikkeling bij lichamelijk onderzoek.

J.J. Koornstra
N.S. Klaver
J.C. ter Maaten
A.J. Limburg
E.J. van der Jagt
T.S. van der Werf
Literatuur
  1. Gibney EJ. Volvulus of the sigmoid colon. Surg Gynecol Obstet 1991;173:243-55.

  2. Asbun HJ, Castellanos H, Balderrama B, Ochoa J, Arismendi R, Teran H, et al. Sigmoid volvulus in the high altitude of the Andes. Review of 230 cases. Dis Colon Rectum 1992;35:350-3.

  3. Rennie JA. Peptic ulceration and sigmoid volvulus in India. Ann R Coll Surg Engl 1981;63:105-7.

  4. Schagen van Leeuwen JH. Sigmoid volvulus in a West African population. Dis Colon Rectum 1985;28:712-6.

  5. Dulger M, Canturk NZ, Utkan NZ, Gonullu NN. Management of sigmoid colon volvulus. Hepatogastroenterology 2000;47:1280-3.

  6. Agrez M, Cameron D. Radiology of sigmoid volvulus. Dis Colon Rectum 1981;24:510-4.

  7. Bhartia B, Cronin P, Spencer JA. Case of the month. A twist in the tail. Br J Radiol 2000;73:1025-6.

  8. Pham TN, Cosman BC, Chu P, Savides TJ. Radiographic changes after colonoscopic decompression for acute pseudo-obstruction. Dis Colon Rectum 1999;42:1586-91.

  9. Ponec RJ, Saunders MD, Kimmey MB. Neostigmine for the treatment of acute colonic pseudo-obstruction. N Engl J Med 1999;341:137-41.

  10. Paran H, Silverberg D, Mayo A, Shwartz I, Neufeld D, Freund U. Treatment of acute colonic pseudo-obstruction with neostigmine. J Am Coll Surg 2000;190:315-8.