Samenvatting
Doel
Nagaan of Nederlandse medische wetenschappers die veel in hooggeciteerde internationale tijdschriften publiceren, dat ook in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) doen.
Opzet
Bibliometrisch onderzoek.
Methoden
Middels een zoekactie in Medline werden binnen 20 tijdschriften met een hoge impactfactor, verdeeld over 5 vakgebieden (algemene geneeskunde, chirurgie, dermatologie, psychiatrie en oogheelkunde), de Nederlandse auteurs geselecteerd die het grootste aantal artikelen publiceerden in deze tijdschriften. Vervolgens werd voor deze auteurs bepaald hoe vaak zij hadden gepubliceerd in het NTvG in dezelfde periode. Deze zoekactie werd uitgevoerd binnen 2 perioden: 1988-1992 en 1998-2002. Daarnaast werd nagegaan hoeveel artikelen de eerste auteurs van oorspronkelijke stukken in het NTvG in 1991 en 2001 hadden gepubliceerd in internationale tijdschriften in respectievelijk 1993-1997 en 1998-2002.
Resultaten
Een groot deel van de Nederlandse onderzoekers met veel internationale publicaties publiceerde ook in het NTvG: in 1988-1992 schreven 46 auteurs 219 internationale publicaties en 35 van dezen schreven 151 NTvG-artikelen; in 1998-2002 schreven 55 auteurs 326 internationale publicaties en 41 van dezen 145 NTvG-artikelen. Het aandeel oorspronkelijke artikelen door deze auteurs in het NTvG was lager dan in de internationale tijdschriften: 83 versus 39 voor respectievelijk 1998-2002 in internationale tijdschriften en 2001 in het NTvG. In 2001 verschenen in het NTvG 93 oorspronkelijke stukken door 87 verschillende eerste auteurs. Van deze 87 auteurs publiceerden 67 (77) tenminste 1 artikel en 18 (21) meer dan 10 artikelen in een internationaal tijdschrift in de periode 1998-2002, als eerste auteur of als medeauteur.
Conclusie
Veelschrijvende auteurs van artikelen in hooggeciteerde internationale tijdschriften schreven ook artikelen in het NTvG, en omgekeerd schreven auteurs van NTvG-artikelen ook artikelen in internationale tijdschriften
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2573-6
artikel
Inleiding
De laatste 15 jaar is het aantal Nederlandse artsen dat publiceert in internationale biomedische tijdschriften enorm toegenomen. Bij het publiceren van artikelen en de keuze van het tijdschrift spelen behalve de algemene wetenschappelijke belangen zoals het uitdragen van kennis en onderzoeksresultaten aan een bepaalde doelgroep ook persoonlijke belangen van de auteur een rol.
De kwaliteit van publicaties en van het daaraan voorafgaand onderzoek wordt nu veelal beoordeeld aan de hand van bibliometrische indicatoren zoals de ‘Science citation index’ en de ‘impactfactor’ van het tijdschrift waarin gepubliceerd wordt. Aangezien Nederlandstalige tijdschriften niet zijn opgenomen in de ‘Science citation index’ kan ten onrechte de indruk ontstaan dat onderzoek gepubliceerd in deze tijdschriften van mindere kwaliteit is en dat de onderzoekers minder capaciteiten hebben op wetenschappelijk gebied. Met de huidige methoden van kwaliteitsbeoordeling wordt het publiceren in de eigen taal derhalve minder aantrekkelijk. Een publicatie in een prestigieus internationaal tijdschrift wordt immers gezien als bewijs van kwaliteit en zal de auteur meer aanzien en erkenning geven dan een publicatie in de eigen taal. Bovendien vergroot de auteur met het publiceren in tijdschriften met hoge impactfactor zijn kansen op toekenning van beurzen en subsidies, want bij de beoordeling daarvan wordt aan deze publicaties belang gehecht. Artsen en onderzoekers, zeker degenen die nog aan het begin van hun carrière staan, zullen dus het liefst publiceren in een internationaal tijdschrift met een zo hoog mogelijke impactfactor.
Publicaties in het Nederlands zijn echter van groot belang voor het uitdragen van kennis en onderzoeksresultaten binnen het Nederlands taalgebied. Zoals eerder in het Tijdschrift werd beschreven, kunnen dergelijke publicaties van grote invloed zijn op de gezondheidszorg in ons land.1-6 Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) heeft met een oplage van 30.000 een groot bereik onder artsen in Nederland en vervult voor hen een belangrijke functie aangezien slechts een beperkt aantal van hen met vaste regelmaat een Engelstalig vaktijdschrift leest. Wanneer men dus bij voorkeur alleen in de Engelstalige tijdschriften publiceert, gaat dat ten koste van de kennisverspreiding onder de Nederlandse artsen.5
Wij onderzochten of nationale medische wetenschappers met een (groot) aantal publicaties in tijdschriften met een hoge impactfactor ook in het NTvG publiceren en, omgekeerd, of auteurs die in het NTvG publiceren ook in internationale tijdschriften publiceren. In dit artikel bespreken wij de bevindingen van een beschrijvend bibliometrisch onderzoek waarin het publicatiegedrag van Nederlandse auteurs in 2 verschillende perioden werd geanalyseerd.
auteurs en methoden
Bij het beantwoorden van de eerste vraag (‘schrijven auteurs met een groot aantal publicaties in tijdschriften met een hoge impactfactor ook in het NTvG?’) beperkten wij ons om praktische redenen tot een zoekactie binnen 5 vakgebieden. Voor ieder vakgebied werden de 4 hoogst geciteerde tijdschriften in de zoekactie betrokken. Via Medline werd in deze 20 tijdschriften gezocht naar publicaties die afkomstig waren van een Nederlands instituut (trefwoorden: de naam van het betreffende tijdschrift en ‘institute: Netherlands’). De zoekactie werd uitgevoerd over 2 perioden; de periode 1988-1992 en de periode 1998-2002. De gekozen vakgebieden en tijdschriften zijn weergegeven in tabel 1.
Voor elk vakgebied werd een lijst opgesteld van de publicaties afkomstig van Nederlandse auteurs, waarbij ingezonden brieven niet werden meegeteld. Voor iedere auteur werd nagegaan hoeveel artikelen hij of zij als eerste auteur of als medeauteur in de geselecteerde tijdschriften had gepubliceerd. Om de auteurs te selecteren die op hun vakgebied relatief veel gepubliceerd hadden, werd per vakgebied een minimumaantal publicaties (een afkappunt) bepaald waarboven een auteur werd beschouwd als veelschrijver. Het afkappunt dat werd gehanteerd varieerde van > 3 tot > 6 artikelen per auteur. De reden voor deze variatie was dat het gemiddelde aantal publicaties per auteur tussen de vakgebieden zeer uiteenliep en zodoende het aantal veelschrijvende auteurs dat geselecteerd zou worden met een vast afkappunt te veel zou verschillen; wij streefden naar een aantal veelschrijvende auteurs van 5-15.
Vervolgens werden de gedigitaliseerde jaargangen van het NTvG geraadpleegd om voor de internationaal veelschrijvende auteurs na te gaan hoeveel artikelen zij (ook hier als eerste auteur of als medeauteur) hadden gepubliceerd in het Tijdschrift in dezelfde periode, en welk percentage daarvan bestond uit oorspronkelijke stukken. Publicaties in de rubrieken ‘Ingezonden’ en ‘Referaten’ werden niet meegeteld.
Ter beantwoording van de tweede vraag (‘schrijven auteurs in het NTvG ook in internationale tijdschriften?’) werd middels een Medline-zoekactie voor 2 groepen auteurs (alle eerste auteurs van oorspronkelijke stukken uit het NTvG in de jaren 1991 en 2001) nagegaan hoeveel artikelen zij in internationale tijdschriften hadden gepubliceerd in een omliggende periode van 5 jaar.
resultaten
Internationaal publicerende auteurs die ook in het NTvG publiceerden
In tabel 2 staat per periode het aantal artikelen dat gepubliceerd werd door Nederlandse auteurs in de geselecteerde internationale tijdschriften met hoge impactfactor. In alle onderzochte vakgebieden, behalve dermatologie, was er een toename van het aantal artikelen door Nederlandse auteurs tussen de perioden, met een factor variërend van 1,3 tot ruim 2.
In tabel 3 is te zien hoeveel artikelen de groep veelschrijvende auteurs publiceerde in zowel de internationale tijdschriften als in het NTvG. Op het gebied van algemene geneeskunde en chirurgie publiceerde deze groep in de eerste periode meer artikelen in het NTvG dan in de 4 internationale tijdschriften, waarbij alle auteurs binnen de groep verantwoordelijk waren voor tenminste 1 publicatie in het NTvG; in de tweede periode gold dit alleen voor de algemene geneeskunde. Het percentage oorspronkelijke stukken lag overigens wel lager in het NTvG dan in de internationale tijdschriften (39 versus 83; tabel 4); in hun eigen taal schreven deze auteurs meer in de rubrieken ‘Capita selecta’, ‘Klinische lessen’, ‘Casuïstische mededelingen’ en ‘Commentaren’ (resultaten niet apart weergegeven).
Voor de vakgebieden dermatologie, oogheelkunde en psychiatrie gold dat de veelschrijvende auteurs minder publiceerden in de eigen Nederlandse taal en bovendien publiceerde een aantal auteurs binnen deze groep, variërend per vakgebied, in het geheel niet in het NTvG in de onderzochte perioden. Tenslotte gold binnen alle vakgebieden dat degenen die regelmatig publiceerden dit vooral deden als medeauteur: iets meer dan de helft (54) van de in totaal 101 veelschrijvende auteurs publiceerde uitsluitend als medeauteur in de onderzochte perioden.
NTvG-auteurs die ook internationaal publiceerden
In het NTvG verschenen in 1991 148 oorspronkelijke stukken, gepubliceerd door 139 verschillende eerste auteurs. Onder hen publiceerden 94 (68) tenminste 1 maal in een internationaal tijdschrift in de periode 1993-1997, waarbij 22 auteurs (16) meer dan 10 artikelen publiceerden in internationale tijdschriften, als eerste auteur of als medeauteur.
In 2001 verschenen in het NTvG 93 oorspronkelijke stukken met 87 verschillende eerste auteurs. Van deze 87 auteurs publiceerden 67 (77) tenminste 1 artikel en 18 (21) meer dan 10 artikelen in een internationaal tijdschrift in de periode 1998-2002, als eerste auteur of als medeauteur.
beschouwing
Dit onderzoek toont aan dat de Nederlandse artsen en onderzoekers die meerdere malen in internationale biomedische tijdschriften met een hoge impactfactor publiceerden tevens (mede)verantwoordelijk waren voor een belangrijk aantal artikelen in het NTvG. Zeker voor de meestschrijvende auteurs in de algemeen-medische tijdschriften gold dat zij verantwoordelijk waren voor een aanzienlijk aantal publicaties in het NTvG. Binnen de vakgebieden dermatologie en oogheelkunde lagen deze aantallen lager. Dit is niet verbazingwekkend aangezien de internationale tijdschriften die werden onderzocht zich specifiek richten op deze gespecialiseerde vakgebieden, terwijl het NTvG een algemeen tijdschrift is en zodoende minder ruimte geeft voor deze kleinere specialismen.
Wij realiseren ons dat met de gekozen zoekstrategie de resultaten slechts een deel van het totaalbeeld laten zien, doordat wij ons hebben beperkt tot bepaalde groepen auteurs. Zo kregen wij geen informatie over het publicatiegedrag van de auteurs die niet werden geselecteerd als veelschrijvende auteurs of van degenen die (veel) internationaal publiceerden buiten de 20 geselecteerde tijdschriften. Ook werd niet onderzocht wat het aandeel is van dubbelpublicaties. Eerder werd gevonden dat van de oorspronkelijk stukken in het NTvG in 1996 ongeveer 20 eerder of later elders werd gepubliceerd. Waarschijnlijk ligt voor de artikelen in andere rubrieken dit aantal aanzienlijk lager.7
Hoewel ons onderzoek een beperkt overzicht geeft van het publicatiegedrag van alle Nederlandse onderzoekers, zien wij bevestigd dat een aantal internationaal publicerende Nederlandse onderzoeksgroepen ook in hun moedertaal publiceren, hoewel deze artikelen niet de ‘Science citation index’ zullen halen.
De laatste jaren is men zich er in toenemende mate van bewust dat bij de kwaliteitsbeoordeling en inrichting van wetenschappelijk onderzoek ook de maatschappelijke impact moet worden meegewogen.8-10 Daarom zijn in een eerder rapport van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) criteria en daaruit voortvloeiende indicatoren geformuleerd aan de hand waarvan de maatschappelijke impact van onderzoek zou kunnen worden gemeten.11 Als indicatoren worden onder meer de bijdragen aan behandelrichtlijnen- en protocollen, onderwijs(materiaal), publieksvoorlichting en beleidsdocumenten genoemd. In het KNAW-rapport wordt opnieuw benadrukt dat publicaties in de eigen taal een grote rol spelen in de kennisverspreiding en het vertalen van onderzoeksresultaten naar de praktijk en zodoende de maatschappelijke impact van gepubliceerde onderzoeksresultaten in belangrijke mate kunnen bepalen.11 Het NTvG vervult op dit gebied, met een bijna volledig bereik van de populatie van Nederlandse clinici, een belangrijke functie.
conclusie
De hier gepresenteerde gegevens tonen aan dat veelschrijvende auteurs van artikelen in hooggeciteerde internationale tijdschriften het niet nalaten om ook in hun eigen taal in het NTvG te publiceren.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Literatuur
Maldegem BT van, Walvoort HC, Overbeke AJPM. Effecten van artikelen gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1957-62.
Maldegem BT van, Walvoort HC, Wolterbeek R. Invloed van enkele klinische lessen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde op het klinisch handelen. Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1962-5.
Maldegem BT van, Overbeke AJPM. Berichten in Nederlandse nationale kranten naar aanleiding van artikelen uit medisch-wetenschappelijke tijdschriften. Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1969-72.
Visser HKA. Het belang van publiceren in Nederlandse wetenschappelijke tijdschriften met een extern beoordelingssysteem. Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:798-801.
Moed HF, Ark GA van, Berghe H van den. Bibliometrische indicatoren van de kwaliteit van medisch wetenschappelijk onderzoek in Nederland en Vlaanderen. Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:1483-9.
Walvoort HC. Medische wetenschap in het Nederlands. Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:5-7.
Bloemenkamp DGM, Walvoort HC, Hart W, Overbeke AJPM. Dubbelpublicaties in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde in 1996. Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:2150-3.
Bouter L, Knottnerus JA. Beoordeling van de maatschappelijke relevantie van toegepast gezondheidsonderzoek: het belang van publiceren in nationale vaktijdschriften als ruwe indicator. Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:1178-83.
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Discipline-advies geneeskunde 1998. Amsterdam: KNAW; 1998.
Weel C van. Kwaliteitsbeoordeling van medisch-wetenschappelijk onderzoek: voortaan ook op grond van maatschappelijke implicaties. Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:233-5.
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). The societal impact of applied health research. Amsterdam: KNAW; 2002.
Reacties