Memisa en de thuiszorg voor aidspatiënten in Zambia

Perspectief
P.J. Reijer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:162-5
Abstract

Samenvatting

De gezondheidszorg in Zambia ontvangt reeds lange tijd steun van niet-gouvernementele organisaties (NGO's) zoals Memisa. Een groot deel van de institutionele gezondheidszorg wordt door de missie en de zending verzorgd. De laatste 15 jaar is er door de NGO's eveneens veel aandacht besteed aan het verbeteren van de basisvoorzieningen in de dorpen en aan het organiseren van groepen die binnen de gemeenschap actief zijn op het gebied van de gezondheidszorg. Aidsbestrijding is een van de aandachtspunten. Veel NGO's geven voorlichting over HIV/aids, begeleiden mensen met een HIV-infectie en organiseren zorg voor aidspatiënten en opvang van vrouwen en kinderen nadat hun man of vader is overleden. De thuiszorgprogramma's die in het verstedelijkte gebied van de provincie Copperbelt in Zambia zijn opgezet zorgen voor een menswaardige terminale fase voor de aidspatiënten en helpen de achterblijvende gezinnen om zich sociaal-economisch te handhaven.

Auteursinformatie

Memisa Medicus Mundi, Postbus 61, 3000 AB Rotterdam.

P.J.Reijer, tropenarts.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Rijswijk, februari 1999,

Met belangstelling heb ik het artikel van collega Reijer gelezen (1999:162-5). De aantallen HIV-geïnfecteerden en aidspatiënten in Afrika zijn telkens weer schokkend.

In het artikel wordt verslag gedaan van de indrukwekkende activiteiten vanuit het bisdom Ndola in Zambia. Het betreft het ondersteunen en opzetten van thuiszorgprojecten voor chronisch zieken (onder wie 90% aidspatiënten) in de arme wijken van de steden in de provincie Copperbelt. Ook de uitbreiding van sociale activiteiten naar de omgeving van de patiënt is voorbeeldig.

Wat ik in het artikel echter mis, zijn gegevens over de preventie. Volstaan wordt met de opmerking dat pas sinds de jaren negentig de overheid begonnen is met het maken van plannen om een verdere verspreiding van HIV te voorkomen. Wegens geldgebrek zijn de fondsen voor een adequate aanpak echter onvoldoende. Van antivirale therapie kan al helemaal geen sprake zijn.

Bij een besmetting van 300-500 mensen per dag op een bevolking van 9 miljoen zielen is preventie, dat wil zeggen het propageren en ter beschikking stellen van condooms, een absolute noodzaak. Houdt het bisdom zich daar ook mee bezig? Indien niet, dan blijft de hulp van het bisdom, hoe goed en goedbedoeld ook, dweilen met de kraan wijd open.

L.N. Zaaijer

Ndola, Zambia, februari 1999,

Preventie van HIV-besmetting is zonder meer uiterst belangrijk, zeker omdat een vaccin niet beschikbaar is en curatie door medicijnen (nog) niet mogelijk. De antivirale middelen die het ziekteproces tot staan kunnen brengen, zijn onbetaalbaar voor een arm land als Zambia, zodat voorkómen van nieuwe besmettingen de enige manier is om de epidemie te bestrijden. Het bisdom Ndola houdt zich, net als andere niet-gouvernementele organisaties, al jarenlang bezig met de preventie van HIV-besmetting. Preventie is helaas iets gecompliceerder dan collega Zaaijer doet vermoeden. Het is aanmerkelijk meer dan het propageren en ter beschikking stellen van condooms, waarmee ik zeker niet wil zeggen dat condooms geen belangrijke rol in de preventie kunnen spelen. Preventie van HIV-besmetting via seksueel verkeer kan op twee manieren worden benaderd: (a) het verminderen van het risico op besmetting bij een seksueel contact; en (b) het verminderen van het aantal risicovolle contacten.

Het verminderen van het risico op besmetting tijdens seksueel contact kan gebeuren door het gebruik van een condoom, maar ook door cofactoren als seksueel overdraagbare aandoeningen en ‘droge seks’ aan te pakken. Verminderen van het aantal risicovolle contacten kan gebeuren door het geven van voorlichting over het gevaar van dit gedrag, met name onder jongeren. Een recent onderzoek in Oeganda heeft aangetoond dat de prevalentie van HIV-besmetting onder zwangeren tussen de 15 en 19 jaar in Kampala sterk is teruggelopen sinds 1990.1 De belangrijkste redenen voor deze vermindering zijn:

- het uitstel van het eerste seksuele contact met gemiddeld 2 jaar;

- het verminderen van het aantal seksuele partners;

- een verhoogd condoomgebruik (30-40%).

Ook in Zambia zien wij een daling van de HIV-prevalentie onder zwangeren in dezelfde leeftijdsgroep.2 Een veranderd seksueel gedrag lijkt ook hier de belangrijkste reden te zijn, maar definitieve gegevens hierover ontbreken nog. Zowel bij de zorg voor aidspatiënten alsook bij de preventie heeft men te kampen met een chronisch tekort aan geld. Indien er meer geld en aandacht was gegeven aan de preventie in het verleden, waren er vele mensen die nu HIV-positief zijn, negatief gebleven. Om het proces van gedragsverandering in stand te houden en te versnellen is veel geld nodig. Zonder steun van de geïndustrialiseerde wereld zal het moeilijk zijn om de preventie tot een blijvend succes te maken.

Tot slot wil ik Zaaijer wijzen op een recente uitspraak van bisschop Muskens van Breda, die stelde dat het standpunt van de kerk over het gebruik van condooms in verband met aids en de snelle bevolkingsgroei herzien moest worden. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat de bisschop deze uitspraak heeft gedaan zonder overleg te plegen met zijn Afrikaanse confraters. De volgende uitspraak van een religieus (zuster) uit Zambia is tekenend voor de enigszins pragmatischer opstelling die bisschop Muskens voorstelt: ‘Overspel plegen is een zonde, maar overspel plegen zonder condoom is een grotere zonde’.

P.J. Reijer
Literatuur
  1. Asiimwe-Okiror G, Opio AA, Musinguzi J, Madraa E, Tembo G, Carael M. Change in sexual behaviour and decline in HIV infection among young pregnant women in urban Uganda. AIDS 1997;11:1757-63.

  2. Fylkesnes K, Ndhlovu Z, Kasumba K, Mubanga Musonda R, Sichone M. Studying dynamics of the HIV epidemic: population-based data compared with sentinel surveillance in Zambia. AIDS 1998;12:1227-34.