Marktwerking en inkomensverschillen

Marit van Sandwijk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:B605

artikel

Marktwerking. Er zijn weinig begrippen die zulke uiteenlopende emoties bij mensen oproepen. Sommigen zien het als een panacee voor alle problemen, voor anderen is het juist de bron van alle kwaad. Het maakt discussie over marktwerking lastig. Toch is die discussie wel relevant, want de theorie is genuanceerder dan de berichtgeving in de media doet geloven.

Volgens de economische theorie zijn er bepaalde omstandigheden waarin marktwerking ertoe leidt dat (1) arbeid (werknemers) en kapitaal (machines) in een land zo efficiënt mogelijk worden benut om (2) datgene te maken waaraan consumenten behoefte hebben tegen (3) een zo laag mogelijke prijs. Hoeveel iemand verdient, hangt af van hoeveel hij bijdraagt aan het productieproces: mensen met minder capaciteiten hebben een lager inkomen. Marktwerking kan hierdoor tot grote inkomensverschillen leiden, waarbij er op grond van politieke voorkeur een herverdeling achteraf kan plaatsvinden.

Wat is het effect van marktwerking in de zorg? De Verenigde Staten laten zien dat marktwerking nadelen heeft: de kwaliteit van de zorg is uitstekend, maar alleen voor wie die kan betalen. Tientallen miljoenen onverzekerden hebben nauwelijks toegang tot de zorg. Bij de introductie van marktwerking in de zorg heeft de Nederlandse overheid dit probleem ondervangen door de basisverzekering verplicht te stellen. Toch bestaat er ook hier een risico op tweedeling in de zorg. Dit komt door het bestaan van restitutiepolissen en polissen in natura.

Een restitutiepolis is een ziektekostenverzekering waarbij je als verzekerde zelf je zorgaanbieder kunt kiezen. De verzekeraar betaalt achteraf de kosten. Bij een naturapolis sluit een verzekeraar contracten af met zorgaanbieders. Kies je een zorgaanbieder met wie er geen contract is, dan is de kans groot dat je (een deel van) de behandeling zelf moet betalen.

Een verzekeraar die de kosten van zijn polis zo laag mogelijk wil houden, sluit alleen contracten af met zorgaanbieders bij wie hij een lage prijs kan uitonderhandelen, met als gevolg een lagere zorgkwaliteit. Verzekeraars die een kwalitatief hoogstaand pakket willen aanbieden, bieden hun klanten de mogelijkheid om bij alle zorgaanbieders terecht te kunnen.

Op dit moment is het verschil tussen restitutiepolissen en polissen in natura nog niet zo groot. De ervaringen in de VS, waar grote verschillen tussen polissen bestaan, maken het echter aannemelijk dat deze verschillen de komende jaren zullen toenemen, zeker naarmate het vrij onderhandelbare DBC‑segment groter wordt. Mensen met hoge inkomens kunnen dure uitgebreide polissen betalen; mensen met lage inkomens krijgen een tweederangspolis. De zorgtoeslag lost dit probleem niet op, omdat deze alleen inkomensafhankelijk is: mensen met lage inkomens zijn nog steeds goedkoper uit met een tweederangspolis.

Als econoom heb ik tegen inkomensverschillen – binnen bepaalde grenzen – geen bezwaar, omdat ze mensen prikkelen het beste uit zichzelf te halen. Maar als arts vind ik dat inkomensverschillen geen belemmering mogen vormen voor toegang tot de zorg. Dan gaat marktwerking echt een stap te ver.

Ook interessant

Reacties