Lepra in Nederland in de periode 1970-1991

Onderzoek
E. Post
R.A.M. Chin-A-Lien
C. Bouman
B. Naafs
W.R. Faber
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1960-3
Abstract

Samenvatting

Doel

Inventarisatie van de epidemiologische veranderingen in Nederland met betrekking tot lepra.

Opzet

Retrospectief.

Plaats

Academisch Medisch Centrum te Amsterdam en Academisch Ziekenhuis Dijkzigt te Rotterdam.

Methode

Van alle nieuwe leprapatiënten die zich in de periode 1970-1991 bij bovengenoemde ziekenhuizen meldden, werden de medische gegevens geanalyseerd.

Resultaten

In de periode 1970-1991 werden 622 nieuwe leprapatiënten geregistreerd; 371 mannen (59,6) en 251 vrouwen (40,4). De meeste patiënten waren afkomstig uit Suriname (73,3) en Indonesië (7,2). Het aantal jaren tussen het begin van lepra en het begin van de behandeling in Nederland bedroeg gemiddeld 10,1. Het overgaan van monotherapie op combinatietherapie (in 1979) had geen effect op het optreden van ‘reversal’-reacties (cellulaire hypersensitiviteit bij instabiele immunologische status), wel op het vóórkomen van erythema nodosum leprosum tijdens de behandeling.

Conclusie

Lepra komt in Nederland uitsluitend voor als importziekte, met name uit Suriname. Het grote voordeel van combinatietherapie is de sterk verkorte behandelingsduur. Het schema van de World Health Organization met 1 maal per maand toediening van rifampicine heeft de voorkeur: het aantal mogelijke bijwerkingen is gering.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Dermatovenereologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

E.Post, co-assistent; dr.W.R.Faber, dermatoveneroloog.

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Dermatovenereologie, Rotterdam.

R.A.M.Chin-A-Lien, assistent-geneeskundige; mw.C.Bouman, co-assistent; dr.B.Naafs, dermatoveneroloog.

Contact dr.W.R.Faber

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties