LAV/HTLV-III-infectie onder homoseksuele mannen; prevalentie, incidentie en mogelijke co-factoren

Onderzoek
F. de Wolf
R.A. Coutinho
J. Goudsmit
W. Krone
P. Schellekens
S. Danner
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:2180-3
Abstract

Samenvatting

In een onderzoek onder voornamelijk in Amsterdam wonende gezonde homoseksuele mannen bleken in de periode oktober 1984-april 1985 in serum van 233 van de 741 deelnemers (31,4) antistoffen tegen LAVHTLV-III aantoonbaar. Deze antistoffen werden vaker aangetroffen bij deelnemers die passief anogenitaal contact hadden. Het doorgemaakt hebben van andere seksueel overdraagbare ziekten bleek samen te hangen met de aanwezigheid van LAVHTLV-III-antistoffen, onafhankelijk van de leeftijd van de deelnemers. Een verstoorde cellulaire immuniteit (verlaagde T4T8-ratio) kwam vaker voor bij de LAVHTLV-III-seropositieve deelnemers. Onder de 508 HTLV-III-seronegatieve deelnemers werden 30 gevallen van seroconversie gevonden in de periode oktober 1984-november 1985 (incidentie 8). Vijf gevallen van AIDS en 6 gevallen van ‘AIDS related complex’ werden vastgesteld in de groep seropositieve deelnemers in dezelfde periode.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 15, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Medische Microbiologie: F.de Wolf, huisarts; dr.J.Goudsmit, medisch microbioloog; dr.W.Krone, biochemicus.

Afd. Inwendige Geneeskunde: P.Schellekens en dr.S.Danner, internisten.

GG en GD, afd. Volksgezondheid, Amsterdam.

Dr.R.A.Coutinho, medisch microbioloog.

Contact F.de Wolf

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties