Hulp bij zelfdoding bij psychisch lijden; arrest van de Hoge Raad

Perspectief
H.J.J. Leenen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1781-2

Na het vonnis door de rechtbank in Assen en het hoger beroep bij het Hof te Leeuwarden heeft de Hoge Raad op 21 juni jongstleden in de zaak van hulp bij zelfdoding (de zaak-Chabot) arrest gewezen. Dat arrest is van grote betekenis voor de praktijk van hulp bij zelfdoding aan psychiatrische patiënten en aan personen die ernstig uitzichtloos psychisch lijden zonder dat zij ziek zijn. Die tweede categorie personen wordt in het arrest niet van hulp bij zelfdoding uitgesloten. Dat ligt juridisch ook voor de hand omdat, zoals de Hoge Raad het formuleert, de specifieke aard van noodtoestand zich verzet tegen algemene beperkingen. Ten aanzien van het ondraaglijk en uitzichtloos lijden oordeelt de Hoge Raad dat dat lijden ‘in zoverre moet worden geabstraheerd van de oorzaak daarvan dat de oorzaak van het lijden niet afdoet aan de mate waarin het lijden wordt ervaren’. Voor de bedoelde groep gelden dezelfde eisen…

Auteursinformatie

Prof.dr.H.J.J.Leenen, emeritus hoogleraar sociale achtergronden gezondheid en gezondheidszorg, Oosterpark 46, 1092 AN Amsterdam.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties