Levensbeëindiging zonder verzoek: tijd voor een goede toetsingsprocedure

Opinie
J. Legemaate
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:2371-4
Abstract

Sinds in 2002 wetgeving van kracht is geworden is levensbeëindiging door artsen op verzoek van de patiënt, dat wil zeggen euthanasie en hulp bij zelfdoding, duidelijk geregeld. De wet noemt de in acht te nemen zorgvuldigheidseisen en voorziet bovendien in een heldere procedure voor melding en toetsing. In de praktijk zijn er nog steeds vragen en knelpunten, maar de grote lijnen zijn helder en bieden houvast.

Uit onderzoek is bekend dat er ook situaties voorkomen van levensbeëindigend handelen zonder verzoek: ongeveer 900 per jaar.1 Het gaat hierbij om uiteenlopende categorieën patiënten, waaronder ernstig gehandicapte pasgeborenen en wilsonbekwame patiënten met kanker in de laatste uren of dagen van hun leven. Levensbeëindigend handelen zonder verzoek valt buiten de in 2002 in werking getreden Euthanasiewet en moet worden gemeld volgens een uit 1994 daterende en eenzijdig juridisch ingerichte toetsingsprocedure. Hoewel het dus gaat om vele honderden gevallen per jaar, wordt er niet…

Auteursinformatie

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, Postbus 20.051, 3502 LB Utrecht.

Contact Hr.mr.dr.J.Legemaate, juridisch adviseur en beleidscoördinator gezondheidsrecht (j.legemaate@fed.knmg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties