Huidige inzichten betreffende antibiotische behandeling bij CARA-patiënten

Klinische praktijk
W.G. Boersma
A. Löwenberg
G.H. Koëter
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1413-7

Zie ook de artikelen op bl. 1405, 1408, 1417 en 1422.

Inleiding

Infecties van de lagere luchtwegen verstoren met enige regelmaat het pulmonale evenwicht van CARA-patiënten. Klachten die samengaan met een luchtweginfectie zijn: hoesten, toename van kortademigheid (meestal begeleid door piepen), opgeven van sputum of verandering van het aspect van het sputum. Bij lichamelijk onderzoek wordt veelal een toename van bronchusobstructie gevonden, al of niet gecombineerd met brommende (laagfrequente) rhonchi, vooral expiratoire rhonchi. Soms worden ook temperatuurstijging en leukocytose waargenomen. Een enkele maal kan er zelfs sprake zijn van een pneumonie of bronchopneumonie.

In de huisartsenpraktijk wordt veelal met een empirische behandeling gestart, die bestaat uit toediening van een breedspectrum-antibioticum, al dan niet gecombineerd met een stootkuur van orale corticosteroïden.

Onder fysiologische omstandigheden zijn de lagere luchtwegen steriel. Bij CARA-patiënten met gedeformeerde luchtwegen (bronchopathie, bronchiëctasieën) en (of) elasticiteitsverlies van de longen (emfyseem) kunnen zowel in een stabiele fase…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Longziekten, Postbus 30.000, 9700 RB Groningen.

Dr.W.G.Boersma, dr.A.Löwenberg en prof.dr.G.H.Koëter, longartsen.

Contact dr.W.G.Boersma

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties