Horen, zien en schrijven

Opinie
Joost P.H. Drenth
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:B937

artikel

Het was goedaardig, dat dan weer wel. Maar toch: een tumor met een doorsnede van 8 cm in het brein is een weinig gelukkig bezit. De chirurgen waren optimistisch. Het zou wel lastig zijn, maar het was eruit te krijgen. Na de operatie kwam een blije chirurg aan bed vertellen dat ‘het’ gelukt was. De tumor was eruit, en de kans op recidief was klein. Opluchting alom. Toch bleek in de dagen erna dat de ingreep niet zonder complicaties was verlopen. Het gehoor aan de linkerkant was verdwenen en had plaats gemaakt voor een hinderlijke fluittoon. Een kwestie van een doorgeknipte slagader. Voor deze patiënt was het plotsklaps duidelijk wat een goed gehoor betekent.

Het hoeft geen lang betoog: horen is vitaal om te functioneren in onze maatschappij. Niet horen betekent sociaal isolement en zelfs minder horen heeft natuurlijk sociale gevolgen. Zo snel als bij deze patiënt verdwijnt ons gehoor gelukkig niet vaak. Toch is slechthorendheid veelvoorkomend. Zo vaak dat geleidelijke achteruitgang van ons gehoor wordt gezien als een natuurlijk onderdeel van het ouder worden van de mens. Geschat wordt dat zo’n 10% van de Nederlanders last heeft van een slechter gehoor. Ad Snik en collega’s wijden er in dit nummer van het NTvG een overzichtsartikel aan (A5007). De beste optie voor ouderdomsdoofheid is het aanschaffen van een hoortoestel, maar slechts een minderheid van de patiënten gaat of wil daar aan. Duidelijk is dat het probleem niet simpel wordt opgelost door het aanschaffen van zo’n toestel. Er is meer nodig dan een goede gebruiksaanwijzing. Snik schrijft dat het succes van een hoortoestel sterk wordt vergroot door specifieke training om de communicatie te verbeteren. Dat lijkt een open deur, want met het kopen van een auto kun je nog niet rijden, en ook dan heb je profijt van een aantal rijlessen.

Komt slechthorendheid vaak voor, maagpijn is een nationale plaag. Geschat wordt dat tot zo’n 40% van de Nederlanders regelmatig last heeft van maagklachten. Frequent genoeg om er een NHG-standaard aan te wijden. Wink de Boer bespreekt de opties die de huisarts heeft: afwachten, Helicobacter pylori behandelen, gewoon zuurremmers geven of toch een gastroscopie doen (A6314). De standaard kiest voor een proefbehandeling met zuurremmers, en De Boer zet daar vraagtekens bij, temeer omdat in andere Europese richtlijnen sneller voor H. pylori-behandeling wordt gekozen. Het is verfrissend te lezen dat huisartsen een eigen invalshoek kiezen, maar of een patiënt met maagpijn uit Groesbeek (NL) echt anders behandeld moet worden dan een patiënt uit het Duitse Kranenburg 3 kilometer verderop is helemaal de vraag.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties