Het osteoïde osteoom en het osteoblastoom

Onderzoek
M.E. Erasmus
R.P.H. Veth
J.D. Visser
W.M. Molenaar
P.H. Robinson
H.K.L. Nielsen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:166-70
Abstract

Samenvatting

Wij deden op basis van de klinische, radiologische, chirurgische en histopathologische gegevens een na-onderzoek bij 20 patiënten met een osteoïd osteoom en 3 patiënten met een osteoblastoom, behandeld in de periode 1978-1988. De helft van de patiënten vermeldde zowel nachtpijn als een goede reactie erop bij gebruik van salicylaten. Na het radiologische onderzoek, bestaande uit conventioneel röntgenonderzoek, botscintigrafie en tomografie werd in 87 van de gevallen de juiste diagnose gesteld.

De primaire behandeling van zowel de osteoïde osteomen als de osteoblastomen was curettage. Bij één osteoïd osteoom en 2 osteoblastomen ontstond recidief: één osteoblastoom recidiveerde een tweede maal. Alle patiënten waren bij het laatste bezoek aan de polikliniek klachtenvrij. Histopathologisch werd geen verschil gezien tussen het osteoïde osteoom en het osteoblastoom.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Afd. Orthopedie: M.E.Erasmus, medisch student; dr.R.P.H.Veth, dr.J.D.Visser en prof. dr.H.K.L.Nielsen, orthopeden.

Afd. Pathologische Anatomie: mw.dr.W.M.Molenaar, patholoog-anatoom.

Afd.Plastische Chirurgie: P.H.Robinson, plastisch chirurg.

Contact dr.R.P.H.Veth

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties