Zie ook de artikelen op bl. 2005, 2010, 2017 en 2019.
Een aantal bijdragen in dit tijdschriftnummer is gewijd aan het chronische-moeheidsyndroom. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de kenmerken en de mogelijke psychiatrische en psychosociale oorzaken van dit syndroom. Bovendien wordt een cognitief-gedragstherapeutische benadering beschreven, zoals deze in het Verenigd Koninkrijk is ontwikkeld.
Kenmerken
Het chronische-moeheidsyndroom is waarschijnlijk synoniem met of verwant aan verschillende andere syndromen, die een rijke variëteit aan namen hebben gekregen, zoals epidemische (of postinfectieuze) neuromyasthenie, neurocirculatoire asthenie, myalgische encefalomyelitis (ME), postviraal vermoeidheidssyndroom en chronisch Epstein-Barr-syndroom. De dikwijls gebruikte term chronische-moeheidsyndroom verdient echter de voorkeur, omdat deze geen vermoedens omtrent de oorzaak impliceert.
Onlangs zijn op een consensusbijeenkomst van Engelse deskundigen diagnostische criteria ontwikkeld ten behoeve van toekomstig onderzoek van chronische moeheid.1 Twee syndromen werden omschreven: het chronische-moeheidsyndroom (CMS; ‘chronic fatigue syndrome’) en het postinfectieuze moeheidsyndroom (PIMS; ‘post-infectious fatigue syndrome’), een subtype…
Reacties