Geboorteprevalentie van neuralebuisdefecten voor en na campagne voor periconceptioneel foliumzuurgebruik

Onderzoek
K.M. van der Pal-de Bruin
S.E. Buitendijk
R.A. Hirasing
A.L. den Ouden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:1732-6
Abstract

Samenvatting

Doel

Beschrijving van de geboorteprevalentie en het verwachte klinische beeld van neuralebuisdefecten (NBD) bij toenemend periconceptioneel foliumzuurgebruik.

Opzet

Descriptief.

Methode

Gegevens over het vóórkomen van NBD in Nederland in 1994-1998 en over de prognose ten tijde van de melding werden betrokken van het Nederlands Signalerings Centrum Kindergeneeskunde (NSCK), waar alle praktiserende kinderartsen in Nederland maandelijks kinderen melden bij wie een zeldzame aandoening is gediagnosticeerd. Geboorteprevalentiecijfers van voor en na 1996 werden met elkaar vergeleken, omdat periconceptioneel foliumzuurgebruik vanaf eind 1996 toenam.

Resultaten

In 1994-1998 waren 414 kinderen met NBD gemeld: 164 jongens, 191 meisjes en 59 zonder geslachtsvermelding. De geboorteprevalentie was 4,6 per 10.000 levendgeborenen (95-betrouwbaarheidsinterval (95-BI): 3,7-5,6) in 1994-1996 en 3,8 per 10.000 levendgeborenen (95-BI: 2,9-4,6) in 1997-1998. Van de 414 kinderen hadden 257 een meningomyelocele; de vroege sterfte onder hen was 37, 84,8 had een hydrocefalus en bij 40,9 was de verwachting dat zij niet zouden kunnen zitten, staan en lopen.

Conclusie

De geboorteprevalentie van NBD in 1997-1998 was lager dan in 1994-1996; het verschil was niet statistisch significant.

Auteursinformatie

TNO Preventie en Gezondheid, divisie Jeugd, Postbus 2215, 2301 CE Leiden.

Mw.K.M.van der Pal-de Bruin, epidemioloog; mw.S.E.Buitendijk, arts-epidemioloog; dr.R.A.Hirasing en mw.dr.A.L.den Ouden, kinderartsen-epidemiologen.

Contact mw.K.M.van der Pal-de Bruin

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties