Foliumzuurgebruik bij zwangerschapswens: de reactie van de huisarts

Onderzoek
E. Brugman
K.M. van der Pal-de Bruin
A.L. den Ouden
A.J.M. Drenthen
S.E. Buitendijk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:1653-7
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen in hoeverre huisartsen kennis hebben van de foliumzuurcampagne door het Voorlichtingsbureau voor de Voeding, een positieve houding hebben ten aanzien van het gebruik van foliumzuurtabletten door zwangeren en feitelijk voorlichting geven over foliumzuur.

Opzet

Transversaal, beschrijvend.

Plaats

Regio Midden-Brabant, Achterhoek, Randstad en Noord-Nederland.

Methode

Naar 300 aselect gekozen huisartsen werd in 1996 een schriftelijke vragenlijst gezonden. Deze bevatte vragen over kennis, houding en handelwijze met betrekking tot het gebruik van foliumzuur door vrouwen met een zwangerschapswens en een niet-verhoogd risico voor het krijgen van een kind met een neuralebuisdefect.

Resultaten

De respons was hoog (81). De meeste huisartsen waren op de hoogte van de landelijke voorlichtingscampagne over foliumzuur (87), maar 18 vond dat hij of zij onvoldoende geïnformeerd was over de voorlichtingscampagne en (of) het foliumzuuradvies. De helft van de huisartsen vond het gebruik van foliumzuurtabletten door vrouwen die zwanger willen worden belangrijk, terwijl tweederde vond dat het de zwangerschap medicaliseert. De meeste huisartsen dachten dat schuldgevoelens kunnen ontstaan bij zwangere vrouwen die geen foliumzuurtabletten hebben gebruikt (82). Desondanks adviseerde 64 om foliumzuurtabletten te gebruiken en schreef 63 zelf een recept uit indien een vrouw daar om vroeg. Van de huisartsen rapporteerde 75 dat zij het gebrui van foliumzuurtabletten zelf ter sprake brachten bij vrouwen met vermoede zwangerschapswens, hoewel de meesten meldden dat zij dit ook wel eens vergaten (58). Het percentage huisartsen dat soms of altijd foliumzuurtabletten ter sprake bracht bij een anticonceptieadvies na de bevalling of vrouwen met een zwangerschapswens adviseerde foliumzuurrijke voeding te kiezen, lag veel lager (respectievelijk 29 en 37).

Conclusie

Hoewel een groot deel van de huisartsen potentiële problemen signaleerde, werkte de meerderheid actief mee aan het bevorderen van foliumzuurgebruik door vrouwen met een zwangerschapswens.

Auteursinformatie

TNO Preventie en Gezondheid, divisie Collectieve Preventie, Postbus 2215, 2301 CE Leiden.

Mw.drs.E.Brugman, psycholoog; mw.K.M.van der Pal-de Bruin, epidemioloog; mw.dr.A.L.den Ouden, kinderarts-epidemioloog; mw.S.E.

Buitendijk, arts-epidemioloog.

Nederlands Huisartsen Genootschap, Utrecht.

Dr.A.J.M.Drenthen, socioloog.

Contact mw.drs.E.Brugman

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties