Fysische diagnostiek - perifeer arterieel vaatlijden

Klinische praktijk
M. Levi
W. Hart
D.A. Legemate
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:902-5
Abstract

Samenvatting

- De voorspellende waarde van afwijkende fysisch-diagnostische bevindingen van de benen is bij patiënten met een grote voorafkans op een perifere vaatziekte redelijk groot.

- Bij een kleine voorafkans op perifeer arterieel vaatlijden draagt het fysisch-diagnostisch onderzoek daarentegen nauwelijks bij aan het waarschijnlijk maken of uitsluiten van arteriële insufficiëntie.

- Voor de fysische diagnostiek kan daarom beter gebruik worden gemaakt van de enkel-armindex van de systolische bloeddruk. Een normale enkel-armindex maakt de aanwezigheid van perifeer arterieel vaatlijden zeer onwaarschijnlijk.

- Bij een verlaagde index moet verder aanvullend onderzoek naar mogelijk arteriële insufficiëntie van de benen worden verricht.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Inwendige Geneeskunde/Vasculaire Geneeskunde: prof.dr.M. Levi, internist.

Afd. Heelkunde: dr.D.A.Legemate, vaatchirurg.

Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Amsterdam.

Dr.W.Hart, internist.

Contact prof.dr.M.Levi (m.m.levi@amc.uva.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

H.E.J.H.
Stoffers

Maastricht, mei 2001,

Levi et al. presenteren een lezenswaardig overzicht van de literatuur over de fysische diagnostiek bij vermoeden van perifeer arterieel vaatlijden (2001:902-5). Ik vind hun stelling dat lichamelijk onderzoek weinig bijdraagt aan het diagnostisch proces bij perifeer vaatlijden wat ongenuanceerd. Juist door uitkomsten van anamnese en lichamelijk onderzoek te combineren kan de (huis)arts een inschatting maken van de kans op perifeer arterieel vaatlijden respectievelijk de noodzaak tot aanvullend (niet-invasief) onderzoek. In het schema, dat gebaseerd is op Nederlands onderzoek in de huisartsenpraktijk, dat ook door de auteurs vermeld wordt (figuur),1 geeft iedere stap de a-posteriorikans op perifeer vaatlijden weer, gebaseerd op de gecombineerde kennis die de arts op dat moment tot zijn beschikking heeft. Hieruit kan men afleiden dat juist het lichamelijk onderzoek van belang is, zowel bij patiënten met als zonder claudicatio intermittens.

H.E.J.H. Stoffers
Literatuur
  1. Stoffers HEJH, Kester ADM, Kaiser V, Rinkens PELM, Knottnerus JA. Diagnostic value of signs and symptoms associated with peripheral arterial occlusive disease seen in general practice: a multivariable approach. Med Decis Making 1997;17:61-70.

Amsterdam, juni 2001,

De conclusie van Stoffers dat ons artikel zou aangeven dat het lichamelijk onderzoek weinig bijdraagt aan de diagnostiek van perifeer arterieel vaatlijden is onterecht. Integendeel, wij illustreren het belang van de fysische diagnostiek bij deze aandoening, maar dan vooral als op grond van een goede anamnese de voorafkans op de aanwezigheid van perifeer arterieel vaatlijden hoog is. Datzelfde blijkt onverminderd uit de figuur van Stoffers. Alleen als op grond van de anamnese (bijvoorbeeld leeftijd, klachten van claudicatio intermittens of risicofactoren voor vaatziekte) de kans op perifeer arterieel vaatlijden verhoogd is, is er een goede positief voorspellende waarde van afwijkingen bij het lichamelijk onderzoek. In feite zijn wij het dus eens.

M. Levi
W. Hart
D.A. Legemate