Evidence-based richtlijnontwikkeling in Nederland: het EBRO-platform

Opinie
J.S. Burgers
J.J.E. van Everdingen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:2057-9
Abstract

In Nederland bestaat een lange traditie op het gebied van klinische richtlijnontwikkeling. In het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw startte het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO (CBO), destijds genaamd Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing, met het ontwikkelen van landelijke consensusrichtlijnen voor medisch specialisten.1 In 1987 begon het NHG als een van de eerste wetenschappelijke verenigingen met de ontwikkeling van NHG-standaarden.2 Onder invloed van de beweging van de ‘evidence-based medicine’ werd steeds meer de nadruk gelegd op systematisch literatuuronderzoek en explicitering van het wetenschappelijke bewijs. Het CBO sprak niet meer van ‘consensusteksten’, maar van ‘CBO-richtlijnen’.3

In de loop van de jaren negentig werden de medisch-specialistische verenigingen onder aanvoering van de Orde van Medisch Specialisten zelf steeds actiever,4 op de voet gevolgd door allerlei andere beroepsverenigingen, zoals de paramedische beroepsgroepen en later ook de bedrijfsartsen, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundige en verzorgende beroepen.5

Auteursinformatie

Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Postbus 20.064, 3502 LB Utrecht.

Hr.dr.J.S.Burgers, huisarts; hr.dr.J.J.E.van Everdingen, dermatoloog.

Contact hr.dr.J.S.Burgers (j.burgers@cbo.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties