Ervaringen met een verblijfsdrain in de thorax bij 25 patiënten met pleuritis carcinomatosa

Onderzoek
J.A. Burgers
A. Olijve
P. Baas
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1618-23
Abstract

Samenvatting

Doel

De ervaringen beschrijven met een thoraxverblijfsdrain bij patiënten met pleuritis carcinomatosa.

Opzet

Prospectief follow-uponderzoek.

Methode

Bij patiënten werd plaatsing van een verblijfsdrain overwogen wanneer zij een symptomatische ophoping van pleuravocht hadden die recidiveerde na eerdere drainage of pleurodese, of wanneer zij symptomatisch pleuravocht hadden dat niet eerder was gedraineerd, maar waarbij er sterke radiologische aanwijzingen waren voor een ‘trapped lung’. De ingreep werd gecontraïndiceerd geacht bij dyspneu die niet verminderde na eerdere ontlastende puncties, bij multifactorieel bepaalde dyspneu en bij niet te corrigeren bloedingsneiging. De toegepaste Pleurx-verblijfsdrain is een thoraxdrain die subcutaan wordt getunneld, langdurig in situ kan blijven en de patiënt in staat stelt zelf op ieder gewenst moment pleuravocht af te laten lopen.

Resultaten

In de periode september 2003-mei 2005 werd bij 40 patiënten de behandeling overwogen. Uiteindelijk werd bij 25 patiënten de drain geplaatst; bij de meeste anderen verliep de klinische achteruitgang te snel. Van de groep van 40 overleden 33 patiënten (82), met een mediane overleving van 70 dagen. Alle drains functioneerden tot verwijdering of tot het overlijden van de patiënt. Bij 3 patiënten werd de drainage gecompliceerd door een empyeem, bij 1 door een hemoptoë. Van de drains werden er 9 verwijderd terwijl de patiënt in leven was: bij 6 was er een spontane pleurodese opgetreden na respectievelijk 3, 4, 4, 5, 6 en 8 maanden. In het algemeen bleek dat de patiënten goed konden omgaan met de drain en dat de klachten hiermee adequaat onder controle werden gehouden.

Conclusie

De Pleurx-verblijfsdrain van de thorax was een zinvolle aanvulling op de behandeling van patiënten met pleuritis carcinomatosa bij wie pleurodese niet succesvol was.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1618-23

Auteursinformatie

Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, afd. Thoracale Oncologie, Plesmanlaan 121, 1066 CX Amsterdam.

Hr.dr.J.A.Burgers en hr.dr.P.Baas, longartsen; hr.A.Olijve, nurse practitioner.

Contact hr.dr.J.A.Burgers (s.burgers@nki.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties