Frederik van Eeden (1860-1932)

Erger dan den uitvreter

Door Biccie - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=23304912
Arko Oderwald
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:B822

artikel

‘Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.’ De man die – overigens op onduidelijke gronden – zelfs Nescio’s Japi ‘de uitvreter’ overtrof, was Frederik van Eeden. Van Eeden studeerde geneeskunde van 1878-1886, waarna hij eerst huisarts werd en later psychiater. Om een aantal redenen is hij bekend geworden. Zo was hij in 1898 de oprichter van Walden, een socialistische leefgemeenschap, waar ook psychiatrische patiënten woonden. Hij was, net zoals Sir Arthur Conan Doyle, zeer geïnteresseerd in spiritisme en was medeoprichter van de binnenkort bijna 100 jaar bestaande Internationale School voor Wijsbegeerte. Toch is hij het meest bekend gebleven als schrijver van De kleine Johannes en natuurlijk van Van de koelen meren des doods.

Deze in 1900 verschenen roman verhaalt van de ondergang van Hedwig de Fontayne en haar opstanding uit psychosen en morfineverslaving. ‘Geheel ten onrechte is dit werk beschouwd als de zielkundige studie van een min of meer pathologisch geval. Dit is de banale opvatting van oppervlakkig denkende en gevoelende lezers’, schrijft Van Eeden in het voorwoord bij de 2e druk in 1904. Van Eeden bestrijdt dat, want hij beschrijft in dit boek ‘de hogeren betekenis der feiten, de harmonie en de schoonheid der verhoudingen’, iets wat een wetenschapper nooit zou doen. Toch valt niet te ontkennen dat de psychiater Van Eeden de romancier Van Eeden goed heeft geadviseerd voor deze roman. Dit wordt onder andere onderschreven door de Nederlandse psychiater Rümke, die in 1964 een uitgebreide studie schreef over Van de koele meren des doods. Hij concludeerde echter ook dat Van Eeden literair gesproken weliswaar tot de top van Nederland maar tot de subtop van de wereldliteratuur behoort, na Tolstoj, Dostojevski, Proust en Mann. ‘Tijdens mijn werken aan dit essay zag ik overeenkomsten met Gide en Sartre. Van Eeden is zeker niet de mindere.

Van de koele meren des doods is zeker een belangrijk werk in de Nederlandse literaire geschiedenis. Dat het verhaal nog steeds iets te vertellen heeft, blijkt ook uit de succesvolle verfilming van Nouchka van Brakel uit 1982, met Renée Soutendijk in de hoofdrol.

Minder bekend maar even indrukwekkend, hoewel op een andere manier, is het boek Pauls ontwaken. Hierin vertelt Van Eeden over zijn op 24-jarige leeftijd aan tbc overleden zoon Paul. ‘Pauls lichaam werd van lieverlee geheel onbruikbaar, er was geen orgaan op ‘t laatst dat nog behoorlijk functioneerde. Volgens hen die de geest als een product van het lichaam beschouwen – en deze gedachteloze en zinloze mening komt nog maar al te vaak voor – volgens dezen zou men dan ook wel een geleidelijke achteruitgang van alle geestelijke eigenschappen moeten verwachten, van de hoogste en fijnste het eerst, zodra het lichaam dreigt uiteen te vallen.’ Dat Paul in het sterven ontwaakt in plaats van ontslaapt, is de conclusie van zijn vader nadat hij zijn zoon gelukkig heeft zien sterven. ‘Maar Paul wist beter. In het totaal onbruikbare lijf wist de geest zich nog zo te openbaren, dat mijn dwaling werd terecht gewezen.

Ook interessant

Reacties