Geen verschil gevonden in gerandomiseerd onderzoek

Effectiviteit adenotomie of afwachtend beleid bij kinderen met recidiverende bovensteluchtweginfecties*

Onderzoek
Chantal W.B. Boonacker
Maaike T.A. van den Aardweg
Arno W. Hoes
Maroeska M. Rovers
Anne G.M. Schilder
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4380
Abstract

Toets voor nascholing (verlopen)

Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.

Bekijk de toets

Samenvatting

Doel

Vaststellen of kinderen met recidiverende bovensteluchtweginfecties baat hebben bij een adenotomie.

Opzet

Open gerandomiseerde prospectieve interventiestudie (Nederlands Trial Register (NTR) 968).

Methode

De studie werd uitgevoerd in 11 algemene en 2 academische ziekenhuizen. 111 kinderen in de leeftijd van 1-6 jaar die volgens de dagelijkse praktijk in aanmerking kwamen voor adenotomie vanwege recidiverende bovensteluchtweginfecties werden gerandomiseerd naar adenotomie (met of zonder paracentese) of een afwachtend beleid. De primaire uitkomstmaat was het aantal bovensteluchtweginfecties per persoonsjaar gedurende de totale follow-up van maximaal 2 jaar. Secundaire uitkomstmaten waren dagen met een bovensteluchtweginfectie, dagen met koorts, episoden met middenoorklachten en koorts, dagen verzuim van kinderdagverblijf of school, prevalentie van bovensteluchtweginfecties en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven.

Resultaten

Gedurende 24 maanden follow-up hadden de kinderen in de adenotomiegroep 7,91 en degenen in de afwachtend-beleidgroep 7,84 bovensteluchtweginfecties per persoonsjaar (verschil: 0,07; 95%-BI: -0,70-0,85). De prevalentie van bovensteluchtweginfecties nam in beide groepen gedurende de follow-upperiode in gelijke mate af. Er waren geen relevante verschillen tussen beide groepen wat betreft dagen met een bovensteluchtweginfectie, middenoorklachten met koorts, verzuim van kinderdagverblijf of school en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Kinderen in de adenotomiegroep hadden significant meer dagen met koorts per persoonsjaar (20,00) dan degenen in de afwachtend-beleidgroep (16,49; verschil: 3,51; 95%-BI: 2,33-4,69). 2 kinderen hadden een complicatie die samenhing met de chirurgische ingreep.

Conclusie

Bij kinderen met recidiverende bovensteluchtweginfecties biedt een adenotomie geen klinisch relevant voordeel boven een afwachtend beleid.

Auteursinformatie

*Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in BMJ (2011;343:d5154) met als titel ‘Effectiveness of adenoidectomy in children with recurrent upper respiratory tract infections: open randomised controlled trial’. Afgedrukt met toestemming.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Utrecht.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Keel-, Neus-, Oorheelkunde, Utrecht.

Drs. M.T.A. van den Aardweg, kno-arts in opleiding; prof.dr. A.G.M. Schilder, kno-arts en klinisch epidemioloog (tevens: UMC Utrecht, Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde).

Contact prof.dr. A.G.M. Schilder (A.Schilder@umcutrecht.nl)

Verantwoording

Ongeacht het beleid neemt de prevalentie van deze infecties bij kinderen af naarmate zij ouder worden.
Chantal Boonacker en Maaike van den Aardweg droegen als auteur gelijkwaardig bij aan dit artikel.
Nelly van Eden verzorgde de administratieve en logistieke ondersteuning; Nicole Boekema zorgde voor het datamanagement; Rolf Groenewold droeg bij aan de ‘bootstrap’-analyse.
Belangenconflict: Anne Schilder en Maroeska Rovers namen deel aan door GlaxoSmithKline georganiseerde workshops en nascholingsactiviteiten over otitis media. Tevens ontvingen zij een subsidie van GlaxoSmithKline Biologicals voor het uitvoeren van een studie naar de microbiologie van otitis media. Financiële ondersteuning: ZonMw (Programma DoelmatigheidsOnderzoek, Effecten en Kosten, subsidienr. 80-007022-98-07901).

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Dat een adenotomie geen voordeel heeft is niet zo verbazingwekkend als men afstapt van het idee dat de neusamandel de oorzaak is van de verkoudheden. Een idee dat overigens nooit bewezen is.

Voor een andere benadering blijkt echter geen belangstelling te bestaan.

Met name niet bij huisartsen en consultatiebureau-artsen, die deze patientjes als eersten zien.

Dat is jammer.

WJJC Kok, kno-arts

Ik heb mij bijzonder gestoord aan het zinnetje: "KNO artsen, hou toch op met die onzin!" naar aanleiding van het artikel over adenotomieën.

Het artikel begint met het uitgangspunt dat in Nederland 60% van de adenotomieën verricht wordt voor bovenste luchtweginfecties. In ons ziekenhuis, dat niet tot de grotere ziekenhuizen van Nederland behoort, verrichten wij meer dan 200 adenotomieën per jaar. Vrijwel nooit is de indicatie een bovenste luchtweginfectie. Wij hebben allemaal jaren geleden al geleerd dat je het daar niet voor moet doen. Het feit dat er 13! ziekenhuizen nodig zijn geweest om een schamele 111 patiënten bij elkaar te sprokkelen die wel geïndiceerd werden ivm een bovenste luchtweginfectie suggereert dat het in andere ziekenhuizen niet anders is dan bij ons.

Wij en ws de meeste KNO-artsen verrichten adenotomieën ivm oorproblemen (otitiden en chronische otitis media). Volgens de literatuur een prima indicatie. Ik vind het dan ook een onterechte belediging om beschuldigd te worden van het verrichten van onzin ingrepen.

Mariska Dijkstra, kno-arts, Fransciscus ziekenhuis Roosendaal

Chantal
Boonacker

Wij danken collega Dijkstra voor haar reactie. Graag lichten wij onze bevinding toe dat recidiverende bovenste luchtweginfecties bij 60% van de kinderen die in Nederland een adenotomie ondergaan de indicatie is voor deze operatie. In 2004, voorafgaand aan de trial, hebben wij KNO-artsen in 7 algemene ziekenhuizen en 1 academisch ziekenhuis in Nederland gevraagd een  vragenlijst in te vullen voor alle kinderen bij wie zij een indicatie voor adenotomie stelden. Naast leeftijd, geslacht en KNO-voorgeschiedenis werd gevraagd voor welke ingreep zij het kind op de operatielijst plaatsten (alleen adenotomie, adenotomie in combinatie met paracentese of adenotomie in combinatie met trommelvliesbuisjes) en op basis van welke klachten en bevindingen  (otitis media met effusie/otitis media acuta, recidiverende bovenste luchtweginfecties, obstructieve klachten of overig). De leeftijd en het geslacht van de 159 kinderen over wie wij een vragenlijst ontvingen, kwamen overeen met die van alle kinderen die in dat jaar in Nederland een adenotomie ondergingen.1 Recidiverende bovenste luchtweginfecties was bij 60% van de kinderen die op de wachtlijst voor alleen adenotomie waren geplaatst, de indicatie voor deze ingreep.2

Daarnaast reageren wij graag op collega Dijkstra’s stelling dat de meeste KNO-artsen een adenotomie verrichten voor oorproblemen en vrijwel nooit voor bovenste luchtweginfecties. In 2009 hebben wij 400 KNO-artsen drie ziektegeschiedenissen voorgelegd van kinderen met recidiverende bovenste luchtweginfecties en hebben wij hen gevraagd wat hun beleid zou zijn bij deze kinderen. Bij het kind met herhaalde verkoudheden koos ruim 40% van de KNO-artsen voor een adenotomie

 

Chantal Boonacker, Maaike van den Aardweg, Arno Hoes, Maroeska Rovers en Anne G.M. Schilder

  1. Prismant. Landelijke LMR Informatie Verrichtingen 2004.
  2. M T A van den Aardweg, MM Rovers, A KraalenAGM Schilder, Current indications for adenoidectomy in a sample of children in the NetherlandsB-ENT, 2010, 6, 15-18