artikel
Casus
Een 8 maanden oude jongen had sinds 1 week een progressieve, inspiratoire stridor en dyspnoe. Hij was geboren na een zwangerschap van 29 weken en had een geboortegewicht van 1140 g. (P40). In de neonatale periode was patiënt 2 maal geïntubeerd en kortdurend beademd. Uit de hetero-anamnese bleek dat zich daarna geen ademhalingsproblemen hadden voorgedaan. Onder verdenking van laryngitis subglottica was in een ander ziekenhuis gestart met budesonide en dexamethason met matig resultaat. In verband met dreigende respiratoire insufficiëntie bij een bovenste luchtwegobstructie werd door de KNO-arts een directe laryngoscopie verricht (Zie hiervan de video). Daarbij werden cysteuze zwellingen onder de stembanden gezien met een restlumen van de trachea van circa 15% (figuur). Subglottische cystes zijn voor het eerst beschreven in 1968 door Wigger en Tang. Sindsdien neemt de incidentie van dit type cyste bij kinderen toe, mogelijk door een toename in overleving van prematuren. De cystes ontstaan mogelijk door mucosale schade die veroorzaakt wordt door intubatie en worden vooral gezien bij prematuren met een extreem laag geboortegewicht. Waarschijnlijk speelt obstructie van subepitheliale klieren met mucusretentie in de subglottische regio een rol. De cystes nemen geleidelijk toe in omvang, wat leidt tot late presentatie van symptomen. Behandeling bestaat uit marsupialisatie. Er is een risico op recidiverende cystevorming. Soms is tijdelijke tracheotomie noodzakelijk.

Diagnose
Subglottische cyste.
Reacties