Een enquête naar het diagnostisch beleid bij enuresis nocturna

Onderzoek
F.B. Plötz
I.M. Baldew
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:1747-9
Abstract

Samenvatting

Een schriftelijke enquête werd ingesteld naar het huidige diagnostische beleid van kinderartsen (respons 38, n = 22) en urologen (respons 49, n = 23) bij enuresis nocturna, en een telefonische enquête werd ingesteld onder huisartsen (n = 40), met dezelfde vragen. Aan de hand van 3 ziektegeschiedenissen werd gevraagd waaruit het eventuele aanvullende onderzoek zou bestaan. Bij alle geënquêteerden bestond de neiging om uitgebreid urologisch onderzoek te verrichten. Omdat in de meeste gevallen enuresis nocturna niet gepaard gaat met aantoonbare anatomische of functionele afwijkingen, is dit uit medische overwegingen – nog afgezien van kostenoverwegingen – onjuist.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Neonatologie, Oostersingel 59, 9713 EZ Groningen.

F.B.Plötz; dr.I.M.Baldew, kinderarts.

Contact F.B.Plötz

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties