Doelmatigheid in de gezondheidszorg: een miljardenkwestie

Perspectief
W.P.M.M. van de Ven
C.G.F. Winkens
L.J.E. Wohrmann
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:1623-7

Een belangrijk onderdeel van de voorstellen van de Commissie-Dekker betreft de invoering van gereguleerde concurrentie in de gezondheidszorg.1 Concurrentie tussen verzekeraars en tussen zorgverleners zou, onder andere, tot een vergroting van de doelmatigheid moeten leiden. De Commissie-Dekker lijkt uit te gaan van de premisse dat er thans sprake is van een niet-verwaarloosbare mate van ondoelmatigheid in de gezondheidszorg. Op voorhand lijkt dit geen ongegronde veronderstelling. Gewezen kan worden op het gebrek aan prikkels tot doelmatigheid bij alle betrokkenen (zorgverleners, patiënten en verzekeraars). Door de huidige financieringsstructuur van de gezondheidszorg wordt in veel gevallen economisch en doelmatig handelen financieel gestraft en wordt niet-economisch en niet-doelmatig handelen financieel beloond.2

Uitspraken van de zijde van zowel zorgverleners als consumenten duiden op een niet-geringe hoeveelheid ondoelmatigheid. Zo sprak enkele jaren geleden de toenmalige voorzitter van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, F.N.M.Bierens, van eventuele besparingen in de gezondheidszorg in de…

Auteursinformatie

Erasmus Universiteit, faculteit der Geneeskunde, studierichting Beleid en Management Gezondheidszorg, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

Prof.dr.W.P.M.M.van de Ven, gezondheidseconoom; drs.C.G.F.Winkens en drs.L.J.E. Wohrmann, gezondheidszorgdeskundigen.

Contact prof.dr.W.P.M.M.van de Ven

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties