Determinanten van het al dan niet behandelen van refractieafwijkingen en cataract bij mensen met een verstandelijke beperking

Onderzoek
C.E.D. van Isterdael
J.S. Stilma
P.D. Bezemer
N.T. Tijmes
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1048-51
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoek naar de behandeling van refractieafwijkingen of cataract in een geselecteerde populatie van verstandelijk beperkten.

Opzet

Retrospectief.

Methode

In de periode 1993-2003 werden 5205 mensen (gemiddelde leeftijd: 39 jaar) oogheelkundig onderzocht door het visueel adviescentrum van Bartiméus. Zij waren verwezen door artsen voor verstandelijk gehandicapten. Bartiméus voerde visusbepalingen uit, refractiemetingen, voorsegmentonderzoek en funduscopie, in de woonomgeving van de cliënt. De behandeladviezen die werden gegeven (brilvoorschrift en doorverwijzing voor staaroperatie) werden geregistreerd.

Resultaten

Refractieafwijkingen kwamen voor bij 35 van de verstandelijk gehandicapten (1845/5205), van wie 49 (905/1845) al een eigen bril had en 14 (265/1845) een eerste brilvoorschrift kreeg. Van degenen met presbyopie had 12 (232/1865) een eigen nabijheidscorrectie en kreeg 10 (181/1865) een eerste voorschrift. De belangrijkste determinant om geen bril voor te schrijven was een ernstige verstandelijke beperking (oddsratio (OR): 3,7). Cataract kwam voor bij 10 (497/5205) van de populatie; 399 patiënten kregen een advies voor verwijzing, 219 van hen (55) werden ook verwezen en 57 van deze 219 (26) werden geopereerd. Matig fors cataract in beide ogen was een determinant om wel te opereren (OR: 7,8).

Conclusie

Refractieafwijkingen en cataract werden in deze onderzoeksgroep niet altijd behandeld. Bij refractieafwijkingen was een zeer ernstige verstandelijke beperking daarvoor een reden. Bij patiënten met cataract was de reden om wel of niet te behandelen minder duidelijk.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1048-51

Auteursinformatie

Bartiméus, Postbus 1003, 3700 BA Utrecht.

Mw.C.E.D.van Isterdael, arts in opleiding tot huisarts (tevens: Universtair Medisch Centrum Utrecht, afd. Oogheelkunde, Utrecht); mw.dr.N.T.Tijmes, oogarts.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Oogheelkunde, Utrecht.

Hr.prof.dr.J.S.Stilma, oogarts.

VU Medisch Centrum, afd. Klinische Epidemiologie en Biostatistiek, Amsterdam.

Hr.dr.P.D.Bezemer, statisticus.

Contact mw.dr.N.T.Tijmes (n.tijmes@bartimeus.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties