De levensduur van totaleheupprothesen: het belang van een implantaatregister

- The survival of total hip arthroplasty is mainly determined by the loosening of implants. Wear particles generated at the articular contact of head and cup are engulfed by macrophages. These activated macrophages induce the production of RANKL, leading to proliferation and activation of osteoclasts resulting in osteolysis around the hip implant. Higher activity leads to increased particles production, which explains the lower survival rate of total hip arthroplasties in young patients compared to older patients. Implant fixation with bone cement still is an excellent technique, but uncemented techniques also give good results. Randomised controlled studies are necessary to give the final answer but are expensive. National hip registers are a good alternative and are an essential element for quality control.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:1915-7

Zie ook de artikelen op bl. 1918, 1928 en 1935.

In Nederland hebben meer dan honderdduizend mensen een totaleheupprothese. De vraag hoelang zo’n prothese meegaat, is dus niet alleen van belang voor de patiënt zelf, maar ook voor de financiers van de gezondheidszorg. Een operatie waarbij een totaleheupprothese wordt vervangen is namelijk aanzienlijk duurder dan de primaire operatie en gaat ook met meer complicaties gepaard. Daarnaast is het functionele resultaat vaak minder goed en gaat de revisieprothese korter mee dan de oorspronkelijke prothese.1 2

De belangrijkste reden om een gewrichtsprothese te vervangen door een nieuwe (revisieoperatie) is pijn, gelokaliseerd in liesstreek, bovenbeen en soms ook knie. Deze pijn wordt veroorzaakt door vermindering van fixatie van de prothese in het bot. Deze loslating ontstaat omdat botweefsel rond de prothese verdwijnt ten gevolge van botresorptie door osteoclasten. Deze osteoclastaire reactie wordt op gang gebracht door slijtagepartikels die vrijkomen bij…