De hygiënehypothese: vruchtbaar concept in immunologisch onderzoek

Klinische praktijk
H.F.J. Savelkoul
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2596
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 2597.

De hygiënehypothese biedt een verklaring voor de toename van allergische aandoeningen bij mensen met een westerse leefstijl.1 De hypothese heeft twee delen. Het eerste zegt dat onvoldoende prikkeling van het zich ontwikkelende immuunsysteem bij jonge kinderen leidt tot een ontregeld afweersysteem, dat niet weet wanneer wel en wanneer niet te reageren op externe of interne prikkels. De hygiënehypothese is vooral gebaseerd op de epidemiologische samenhang tussen de incidentie van allergie en het ontbreken van bacteriële infecties. De immunologische verklaring van de hygiënehypothese heeft zich vooral geconcentreerd op een verschuiving in de T-helper 1(Th1)-Th2-balans vanwege een onvoldoende stimulatie van het neonatale immuunsysteem door bacteriële componenten zoals peptidoglycaan, lipopolysachariden en bacterieel DNA om interleukine(IL)-12-productie en dus Th1-uitrijping te bewerken.2 Omdat daarmee niet de toename van diabetes mellitus en andere Th1-auto-immuunaandoeningen kan worden verklaard, wordt vooral gewezen op het ontbreken van regulatoire T-celpopulaties…

Auteursinformatie

Wageningen Universiteit, Leerstoelgroep Celbiologie en Immunologie, Postbus 9101, 6700 HB Wageningen.

Contact Hr.prof.dr.H.F.J.Savelkoul, celbioloog en immunoloog (huub.savelkoul@wur.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties