artikel
Na 4 tropenjaren als huisarts in een Rotterdamse achterstandswijk kan het verfrissend zijn om de horizon weer eens te verruimen. De constante druk van het spreekuur, waar zich niet zelden vroeg-adolescente zwangeren meldden, soms met verschillende soa’s bij wisselende relaties, maar waar ook de autochtone ‘amputé’ met zowel matig instelbare diabetes als ontluikend hartfalen bij 65 ‘pakjaren’ zonder stopwens (mogelijk als gevolg van een sluimerende depressie) verscheen, deed me af en toe snakken naar een licht gevalletje. De gouden kans deed zich voor om 2 jaar naar Shanghai te verkassen, in het kielzog van mijn vrouw. In het kader van haar expatcontract bij een multinational besloten we de sprong in het diepe wagen, samen ter lering ende vermaak naar deze bruisende metropool aan de Chinese oostkust.
In 2005 was ik gepromoveerd en in de jaren daarna was de gecontroleerde klinische trial naar geïntegreerd COPD-management in Limburg ook afgerond. Dankzij dit bescheiden maar praktische uitvloeisel van mijn promotietraject was het proof of concept nu geleverd en ook de toepassing van dit COPD-zorgprogramma was inmiddels succesvol uitgerold in verschillende regio’s, van Limburg tot de Randstad en daarbuiten. Ik kon dus zoetjesaan mijn pijlen richten op een grootschalige vervolgstudie. We hadden voor de multidisciplinaire implementatiecursus een soort reizend circus opgetuigd van sterk betrokken praktijkdocenten, waarmee ons zorgprogramma Kroonluchter in 2006 zelfs de Stimuleringsprijs Openbare Gezondheidszorg had gewonnen. Echter, de hamvraag bij innovatie in de zorg draait uiteindelijk om het aantonen van kosteneffectiviteit, waar doorgaans een zeer arbeidsintensieve randomized clinical trial voor nodig is. Voor dergelijk onderzoek zijn vaak indrukwekkend grote aantallen deelnemers en onderzoeksmedewerkers nodig, omdat er enorme hoeveelheden data over kosten en klinische baten moeten worden verzameld. Het binnenhalen van subsidie voor dit soort studies vormt tegenwoordig een hoofdtaak voor academische onderzoekers en bepaalt niet zelden het langetermijnperspectief op een academische carrière.
De 2 jaar in China boden een uitgelezen kans om op gepaste afstand een dergelijke aanvraag te schrijven als freelancer voor het LUMC. In de veeleisende praktijk van een achterstandswijk was daar gewoonweg onvoldoende ruimte voor. In de exotische wereldstad Shanghai lukte het daarentegen wonderwel om geconcentreerd te werken aan artikelen die al jaren af hadden moeten zijn, analyses te draaien waar ik eerder voor terugdeinsde en vruchtbare ideeën te ontwikkelen voor subsidiabel onderzoek. Dankzij veelvuldig gebruik van Skype en e-mail, en regelmatig op en neer pendelen naar het thuisfront, kon ik voldoende sparren over de juiste invalshoek om geld voor de grootschalige vervolgstudie ook daadwerkelijk binnen te halen. Tussendoor draaide ik relatief ontspannen spreekuren als huisarts voor expats in Shanghai, wat inderdaad vaak de iets lichtere gevallen betrof, hoewel de frequentie van soa’s, net als in die andere havenstad Rotterdam, toch weer schrikbarend hoog te noemen was.
Reacties