De evaluatie van de Wet BIG

Opinie
J. Legemaate
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:893-5
Abstract

In de jaren zestig van de vorige eeuw werd besloten de beroepenwetgeving in de gezondheidszorg te herstructureren. Dat bleek een ingewikkeld en langdurig traject te zijn. Pas in december 1997 trad het uiteindelijke resultaat van deze herstructureringsoperatie, de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG), in werking. In 2001 en 2002 is de Wet BIG geëvalueerd.1

In de vorige eeuw was het de gewoonte dat de beroepen in de gezondheidszorg waren geregeld in eigen wettelijke regelingen. Voorbeelden waren de Wet Uitoefening Geneeskunst en de Wet op de Paramedische Beroepen. Aan dat systeem heeft de Wet BIG een einde gemaakt. Deze wet biedt een kader voor de regulering van een groot aantal beroepen. Dat heeft het voordeel dat veel consequenter en consistenter met de regulering van beroepen kan worden omgegaan.

Binnen de Wet BIG wordt een belangrijke plaats ingenomen door de zogenaamde ‘artikel-3-beroepen’ (een achttal, waaronder de arts…

Auteursinformatie

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), Postbus 20.051, 3502 LB Utrecht.

Contact Mr.dr.J.Legemaate, juridisch adviseur en beleidscoördinator gezondheidsrecht (j.legemaate@fed.knmg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties