De borderlinestoornis, de schizotypische en de narcistische persoonlijkheidsstoornis bij adolescenten: een nuttig onderscheid

Klinische praktijk
M. Meijer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:2485-7

Dames en Heren,

In de adolescentie kunnen psychiatrische symptomen soms tijdelijk ernstige vormen aannemen en vervolgens als sneeuw voor de zon verdwijnen. Preoccupatie met suïcide, impulsief gedrag, stelen, weglopen van huis en spijbelen kunnen aanwijzingen zijn dat de ontwikkeling niet goed verloopt, maar vaak behoren deze problemen al tot het verleden voordat de verwijzing naar de kinderen jeugdpsychiater kan worden gerealiseerd.

De kans dat problemen van voorbijgaande aard zijn, neemt af naarmate er meer terreinen zijn waarop de adolescent slecht functioneert. Wanneer er duurzame afwijkingen zijn op het vlak van cognities, affecten, relaties en impulsbeheersing die het sociale en schoolse functioneren op langere termijn nadelig beïnvloeden, spreken wij van een persoonlijkheidsstoornis.1 Deze term heeft een pejoratieve bijklank gekregen. Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis eisen veel aandacht en zijn moeilijk te behandelen; bovendien blijkt dat bijkomende psychiatrische stoornissen (zoals een depressie) bij hen minder goed (farmaco)therapeutisch te verhelpen zijn dan bij…

Auteursinformatie

Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Curium, Endegeesterstraatweg 27, 2342 AK Oegstgeest.

Dr.M.Meijer, kinder- en jeugdpsychiater.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties