De betekenis van steroïdreceptoren voor de prognose en de hormonale behandeling van patiënten met mammacarcinoom: een retrospectief onderzoek in Zuidoost-Nederland

Onderzoek
A.C. Voogd
M.A. Crommelin
O.J. Repelaer van Driel
M.C.B.J.E. Tutein Nolthenius-Puylaert
G. Vreugdenhil
J.W.W. Coebergh
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:1772-8
Abstract

Samenvatting

Doel

De invloed nagaan van de aanwezigheid van receptoren voor oestradiol (ER) en progesteron (PgR) op de prognose van patiënten met een reseceerbaar mammacarcinoom en op het besluit tot adjuvante behandeling met tamoxifen.

Opzet

Retrospectief.

Plaats

Acht algemene ziekenhuizen in Zuidoost-Noord-Brabant en Noord-Limburg.

Methode

De gegevens van de kankerregistratie van het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) van 2862 patiënten met een tumor in het postoperatieve TNM-stadium I, II, of IIIA, behandeld in de periode 1984-1992, werden geanalyseerd.

Resultaten

De ER-status was bekend bij 2393 patiënten (84) en de PgR-status bij 1761 (62). Vanaf 1991 ontving meer dan 80 van de postmenopauzale patiënten met okselkliermetastasen tamoxifen, ongeacht de steroïdreceptorstatus. Van de patiënten zonder okselkliermetastasen ontving minder dan 3 adjuvante systemische therapie. Bij patiënten zonder okselkliermetastasen was de prognostische betekenis van de steroïdreceptoren gering. Binnen de groep met okselkliermetastasen werd in de eerste 4 jaar na het stellen van de diagnose een 2,8 maal zo grote sterftekans gevonden indien de ER-status- en de PgR-status beide negatief waren. De sterftekans was niet vergroot indien voor slechts één van de receptoren de status negatief was.

Conclusie

De oestrogeen- en de progesteronreceptorstatus zijn belangrijke prognostische factoren voor de overleving van patiënten met mammacarcinoom met metastasen in de okselklieren. Dit prognostische effect gold alleen gedurende de eerste 4 jaar na de primaire behandeling. Aangezien de receptorbepaling belangrijke informatie levert over de kans op respons op endocriene therapie wordt geadviseerd de uitslag te gebruiken bij de individuele therapiekeuze.

Auteursinformatie

Integraal Kankercentrum Zuid, Postbus 231, 5600 AE Eindhoven.

Dr.A.C.Voogd, wetenschappelijk medewerker.

Catharina Ziekenhuis, afd. Radiotherapie, Eindhoven.

M.A.Crommelin, radiotherapeut.

Diaconessenhuis, afd. Chirurgie, Eindhoven.

Dr.O.J.Repelaer van Driel, chirurg.

Elkerliek Ziekenhuis, afd. Pathologie, Helmond.

Mw.M.C.B.J.E.Tutein Nolthenius-Puylaert, patholoog.

Sint Joseph Ziekenhuis, afd. Inwendige Geneeskunde, Veldhoven.

Dr.G.Vreugdenhil, internist.

Erasmus Universiteit, instituut Epidemiologie en Biostatistiek, Rotterdam.

Contact Dr.J.W.W.Coebergh, arts-epidemioloog

Verantwoording

Lid van de werkgroep Mammacarcinoom Integraal Kankercentrum Zuid.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties