Condylomata acuminata: een zeldzaam symptoom van ubiquitair humaan papillomavirus en geen teken van riskant seksueel gedrag

Klinische praktijk
G.D. Zielinski
A. Knuistingh Neven
J.C. van der Linden
L. Rozendaal
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1908-13
Abstract

Samenvatting

- Diagnostiek en therapie van condylomata acuminata kunnen grotendeels in de huisartspraktijk plaatsvinden.

- Condylomata worden veroorzaakt door bepaalde typen humaan papillomavirus (HPV).

- Met betrekking tot de carcinogene eigenschappen worden bij HPV hoog- en laagrisicotypen onderscheiden.

- De volstrekt goedaardige condylomata zijn een niet-frequent symptoom van een infectie met laagrisico-HPV, terwijl cervixcarcinoom een zeldzame en late complicatie van hoogrisico-HPV is.

- Omdat hoog- en laagrisico-HPV andere virussen zijn, is er door condylomata geen vergrote kans op baarmoederhalskanker.

- Anogenitale HPV-infecties worden voornamelijk seksueel overgedragen. Het is zinvol onderscheid te maken tussen ubiquitaire seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's) zoals infecties met HPV en herpes-simplexvirus (HSV), en weinig voorkomende SOA's als syfilis, gonorroe en HIV-infectie: ook bij niet-risicovol seksueel gedrag horen infecties met HPV en HSV, terwijl syfilis, gonorroe en HIV-infectie vrijwel uitsluitend voorkomen bij risicovol seksueel gedrag.

- Voor dubbelinfecties met HPV en Chlamydia trachomatis is aangetoond dat deze niet vaker voorkomen dan op grond van toeval verwacht mag worden.

- De literatuur geeft aan dat de aanwezigheid van condylomata acuminata op zichzelf geen reden is voor screening op andere SOA's.

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, vakgroep Huisartsgeneeskunde, Postbus 2088, 2301 CB Leiden.

Mw.G.D.Zielinski, arts (thans: Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Pathologie, Amsterdam); dr.A.Knuistingh Neven, huisarts-epidemioloog.

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Pathologie, Amsterdam.

Dr.J.C.van der Linden, klinisch patholoog; dr.L.Rozendaal, arts-onderzoeker.

Contact dr.A.Knuistingh Neven

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

A.A.
Hogewoning

Leiden, oktober 1999,

In het artikel van Zielinski et al. wordt uitvoerig ingegaan op de kliniek en epidemiologie van condylomata acuminata (1999:1908-13). Er wordt terecht een verdeling gemaakt tussen aandoeningen passend bij normaal en bij risicovol seksueel gedrag. Humaan papillomavirus (HPV) type 6 en 11 zijn belangrijk in de ontwikkeling van condylomata acuminata. Geschat wordt dat 80% van alle mensen ooit een genitale infectie met HPV doormaakt; de meeste van deze infecties zijn asymptomatisch. Ongeveer eenderdevan de behandelde wratten zou binnen een jaar recidiveren.

Onlangs publiceerden wij een artikel over het vóórkomen van HPV type 6 en 11 in schaamhaar en perianaal haar bij patiënten met genitale wratten,1 en over met epidermodysplasia verruciformis (EV) samenhangende HPV's in wenkbrauwharen van immunocompetente en immunogecompromitteerde personen.2 Bij 25 patiënten met genitale wratten werden 5-8 schaamharen en perianale haren getrokken. Na DNA-extractie uit cellen van deze haren werd HPV-DNA aangetoond door middel van de polymerasekettingreactie.1 Wenkbrauwharen dienden als controle. Bij 9 van de 25 patiënten (36%) werd HPV type 6 en/of 11 in het schaamhaar en/of in het perianale haar aangetoond, maar niet in wenkbrauwharen. Bij slechts 1 patiënt werd genitaal HPV aangetoond in de wenkbrauwharen, wat mogelijk verklaard kan worden door de immunosuppressieve medicatie van deze niertransplantatiepatiënt.1 EV-HPV werd bij 62% van de condylomatapatiënten aangetoond, welk percentage overeenkomt met dat bij de immunocompetente proefpersonen uit een eerder onderzoek.2 Bij 7 patiënten (van wie 5 klachtenvrij) bij wie HPV type 6 of 11 eerder was aangetoond, werden na 6 maanden opnieuw haren afgenomen. Bij 2 patiënten, die succesvol behandeld waren, werden toch nog HPV type 6 en 11 aangetroffen. Deze bevinding suggereert dat HPV aanwezig blijft bij de patiënt.

De oorzaak van het hoge recidiefpercentage na behandeling is onduidelijk; het zou het gevolg kunnen zijn van reïnfectie of reactivatie van HPV in een endogeen reservoir. Het lijkt erop dat follikels van het schaamhaar en het perianale haar het endogene reservoir voor genitaal HPV zijn, hetgeen een belangrijke rol kan spelen bij het grote recidiefpercentage van genitale wratten. Een groter opgezet onderzoek waarbij prevalentie en incidentie van HPV type 6 en 11 in schaamharen en perianale haren in een grote populatie worden bepaald, zou de huidige opvattingen over het recidiefpercentage, het transmissiepatroon en preventieve methoden kunnen veranderen.

A.A. Hogewoning
I.L.A. Boxman
Literatuur
  1. Boxman ILA, Hogewoning AA, Mulder LHC, Bouwes Bavinck JN, Schegget J ter. Detection of human papillomavirus types 6 and 11 in pubic and perianal hair from patients with genital warts. J Clin Microbiol 1999;37:2270-3.

  2. Boxman ILA, Berkhout RJM, Mulder LHC, Wolkers MC, Bouwes Bavinck JN, Vermeer BJ, et al. Detection of human papillomavirus DNA in plucked hairs from renal transplant recipients and healthy volunteers. J Invest Dermatol 1997;108:712-5.

G.D.
Zielinski

Amsterdam, november 1999,

Voor efficiënte preventie van HPV-infecties en met HPV samenhangende ziekten is kennis van het endogene reservoir onontbeerlijk. Dat follikels van het schaamhaar en het perianale haar mogelijk deel uitmaken van dit reservoir is een belangwekkende observatie. Mocht uit nader onderzoek blijken dat transmissie van HPV via haren kan plaatsvinden, dan zijn barrièreanticonceptiva noodzakelijk die beschermen tegen het overdragen van schaamhaar. Dit mede overwegend handhaven wij onze conclusie dat condylomata acuminata op zichzelf geen teken zijn van riskant seksueel gedrag.

G.D. Zielinski
A. Knuistingh Neven
J.C. van der Linden
L. Rozendaal