Chronische schistosomiasis bij Surinamers: verschijnselen, behandeling en beloop

Onderzoek
A. Alberda
J. Weits
A.J. Limburg
J. Grond
P. Ilic
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:2308-12
Abstract

Samenvatting

Bij 13 patiënten, allen uit Suriname afkomstig, werd op een algemene opleidingspolikliniek voor Inwendige Ziekten in de loop van 5 jaar (1981-1986) met zekerheid een Schistosoma mansoni-infectie vastgesteld. Dit geschiedde bij 9 patiënten door histologisch onderzoek (rectum- en (of) leverbiopsie) en bij 10 patiënten door onderzoek van de faeces op ei-uitscheiding. Bij 1 patiënte werd bij toeval de infectie in een ovariumbiopt gevonden. Achteraf bleek dat de diagnose vaak pas laat overwogen was omdat de eosinofilie licht tot matig was en de buikklachten gering waren. Op grond van een positieve uitslag van serumonderzoek op Schistosoma vond verdere diagnostiek plaats. Vaak werden dan pas na herhaald onderzoek Schistosoma-ova gevonden in de faeces. Na behandeling met een eenmalige dosis oxamniquine of praziquantel verdween de eosinofilie bij 12 van de 13 patiënten. De uitkomsten van serumonderzoek waren gedurende de follow-up (½-5 jaar) zeer wisselend.

Waarschijnlijk kan in de toekomst invasieve diagnostiek veelal vermeden worden en is een positieve serologische uitslag van schistosomiasis bij een bestaande eosinofilie voldoende indicatie voor therapie.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Oostersingel 59, 9713 EZ Groningen.

Polikliniek Interne Ziekten en afd. Infectieziekten: mw.A.Alberda en dr.J.Weits, internisten.

Afd. Gastro-enterologie: A.J.Limburg, internist.

Pathologisch-Anatomisch Laboratorium: dr.J.Grond, patholoog-anatoom.

Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid, Groningen: drs.P.Ilic, microbioloog.

Contact dr.J.Weits

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties