Cardiotoxiciteit van trastuzumab van betekenis bij de adjuvante behandeling van borstkanker

C.W. Menke-van der Houven van Oordt
H.J.M. Fliervoet
C.M.P.W. Mandigers
D.J. van Spronsen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:158-63
Abstract

Samenvatting

Drie patiënten, vrouwen van 53, 52 en 36 jaar oud, ondergingen een mamma-amputatie vanwege borstkanker: respectievelijk invasief ductaal carcinoom van graad II rechts, invasief ductaal carcinoom van graad III links, en multifocaal invasief ductaal carcinoom van graad III links. Alle drie kregen adjuvante antracyclinebevattende chemotherapie, gevolgd door behandeling met trastuzumab. Zij kregen hartfalen, afgemeten aan afname van de linkerventrikel-ejectiefractie (LVEF), en het gebruik van trastuzumab moest worden gestaakt. Bij de 3e patiënt werd de behandeling met trastuzumab hervat toen de LVEF zich herstelde, maar toen de ejectiefractie opnieuw daalde, werd deze therapie definitief gestaakt. Trastuzumab verbeterde in onderzoek zowel de ziektevrije als de algehele overleving van patiënten met borstkanker bij wie het tumorweefsel positief was voor de humane epidermale-groeifactorreceptor 2 (HER2). Echter, bij 0,6-4,1 van de patiënten deed zich symptomatisch hartfalen voor door cardiomyopathie wanneer zij trastuzumab kregen in aansluiting op adjuvante antracyclinebevattende chemotherapie, terwijl bij 5-19 de behandeling met trastuzumab definitief moest worden gestaakt vanwege de achteruitgang van de hartfunctie. Tijdens behandeling met trastuzumab dient men de hartfunctie regelmatig te controleren. Bij een LVEF < 50 of een absolute afname > 10 moet de behandeling worden gestaakt en moet nauwgezette controle volgen. De cardiale disfunctie is doorgaans reversibel, maar de langetermijngevolgen van een LVEF-daling door behandeling met trastuzumab zijn nog onbekend en verdienen de aandacht, aangezien deze complicatie over het algemeen jonge vrouwen met een relatief goede levensverwachting treft.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:158-63

Auteursinformatie

Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Postbus 9015, 6500 GS Nijmegen.

Mw.dr.C.W.Menke-van der Houven van Oordt, arts in opleiding tot internist; hr.H.J.M.Fliervoet, nurse practitioner; mw.dr.C.M.P.W.Mandigers, internist-hematoloog; hr.dr.D.J.van Spronsen, internist-oncoloog-hematoloog.

Contact hr.dr.D.J.van Spronsen (d.j.v.spronsen@cwz.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties