Beproefde tests in de neurologische diagnostiek

Klinische praktijk
H.J.G.H. Oosterhuis
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:2171-5

Zie ook het artikel op bl. 2176.

Bij het 100-jarig bestaan van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, in december 1995, werd op initiatief van het bestuur een boek geschreven: Het neurologisch onderzoek in eponiemen.1 Een groot aantal leden van de vereniging heeft de voornaamste tests beschreven die de naam van een illustere voorganger, vaak een neuroloog, dragen en die nog steeds met die naam worden aangeduid.

Men spreekt van de voetzoolreflex volgens Babinski, het syndroom van Horner of de proef van Romberg. Ziekten die met een eponiem worden aangeduid, bijvoorbeeld de chorea van Huntington, worden in dit boek niet besproken. In vrijwel ieder medisch gebied bestaat dit eponiemenjargon, vaak tot wanhoop van de niet-ingewijde. Deze eponiemen hebben ongetwijfeld het voordeel van een codering en zijn voorts een eerbetoon aan de vermeende eerste beschrijver. Deze blijkt overigens lang niet altijd de feitelijke eerste beschrijver te zijn geweest. Vaak is erop…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Neurologie, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Prof.dr.H.J.G.H.Oosterhuis, neuroloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties