Astma bij jonge kinderen: verschillen in therapie tussen huisartsen en kinderartsen, en beloop van klachten in 1-2,5 jaar

Onderzoek
P.L.P. Brand
W.M.C. van Aalderen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:1501-4
Abstract

Samenvatting

Doel

Vergelijken van de wijze waarop huisartsen en kinder(long)artsen astmaklachten bij jonge kinderen behandelen, en beschrijven van het beloop van astmaklachten bij jonge kinderen.

Opzet

Retrospectief, beschrijvend.

Plaats

Polikliniek voor Kinderlongziekten, Academisch Ziekenhuis Groningen.

Methode

Van alle 91 kinderen jonger dan 2 jaar die tussen 1 januari 1994 en 30 september 1995 als nieuwe patiënt door de huisarts waren verwezen wegens astmaklachten, werden uit de status gegevens verzameld over de klachten, de door de huisarts voorgeschreven geneesmiddelen, de uitslagen van aanvullend onderzoek, de door de kinderarts voorgeschreven behandeling, en het beloop van de klachten na een follow-upperiode van 12-30 maanden.

Resultaten

Van alle patiënten waren 61 (67) door de huisarts met antibiotica of met orale geneesmiddelen voor astma behandeld. Bij geen enkele patiënt speelde allergie voor inhalatieallergenen een aantoonbare rol. Kinderartsen schreven vooral inhalatiesteroïden en bronchusverwijders voor inhalatie voor. Na een follow-upperiode van 12-30 maanden hadden 48 patiënten (53) geen klachten meer. De enige factor die statistisch significant samenhing met het persisteren van de astmaklachten was het verergeren van astmaklachten onder invloed van het weer (oddsratio: 4; 95-betrouwbaarheidsinterval: 1-12).

Conclusie

Het behandelen van astmaklachten van kinderen jonger dan 2 jaar in de eerste lijn met antibiotica of met orale antiastmamiddelen gebeurt in strijd met recente consensusrapporten over de therapie van astma. Zelfs bij kinderen die vanwege astmaklachten verwezen zijn naar de kinder(long)arts zijn deze klachten vaak van voorbijgaande aard. Verergering van astmaklachten onder invloed van weersomstandigheden, welke mogelijk een uiting is van bronchiale hyperreactiviteit, gaat gepaard met een verhoogd risico op persisteren van de klachten.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Beatrix Kinderkliniek, afd. Kinderlongziekten, Groningen.

Dr.P.L.P.Brand (thans: Ziekenhuis De Weezenlanden, afd. Kindergeneeskunde, Postbus 10.500, 8000 GM Zwolle) en dr.W.M.C.van Aalderen, kinderartsen.

Contact dr.P.L.P.Brand

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties