Artroscopische reconstructie met het Leeds-Keio-ligament na voorste-kruisbandlaesie

Opinie
A. van Kampen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:2225-6

Zie ook het artikel op bl. 2231.

In dit tijdschrift staat een artikel van Meins en Vierhout, die een prospectief follow-uponderzoek deden bij een groep patiënten die een voorste-kruisbandreconstructie met behulp van het Leeds-Keio-ligament ondergingen.1 Het gaat om de grootste patiëntengroep met een dergelijke prothese die tot op heden in de literatuur beschreven is. Enkele kritische kanttekeningen zijn echter wel op hun plaats.

De auteurs stellen dat deze prothese zich onderscheidt van een permanente prothese door de mogelijkheid van ingroei van eigen weefsel (collageen), dat de krachten die worden uitgeoefend op de prothese zelf in de loop van de tijd zou doen afnemen. Zij baseren zich hierbij op histologisch onderzoek, onder andere verricht door een van de ontwikkelaars van de prothese (K.Fujikawa, schriftelijke mededeling op het Sixth International Symposium ‘Advances in cruciate ligament reconstruction of the knee: autogenous versus prosthetic’, Los Angeles, 1989). Inmiddels zijn echter ook onderzoeken verschenen…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Orthopedie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Dr.A.van Kampen, orthopedisch chirurg.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties