Altijd maar nat

Klinische praktijk
J.M. Nijman
R.J. Scholtmeijer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:1945-8

Dames en Heren,

Het onwillekeurig verlies van urine is een probleem dat niet alleen volwassenen treft, maar ook op de kinderleeftijd veelvuldig voorkomt. Terwijl men het als iets vanzelf-sprekends beschouwt dat kinderen in de allereerste levensjaren urine en faeces nog niet kunnen ophouden, ervaren de meeste ouders het als een probleem wanneer kinderen vanaf de leeftijd van ongeveer 4 jaar overdag nog niet zindelijk zijn wat betreft urine. Het gewaarworden van urine in de blaas en het in staat zijn de urine op te houden en zelf het tijdstip en de plaats te bepalen waar de urine geloosd wordt, is iets wat geleerd moet worden; het beschreven proces wordt over het algemeen ‘continentie’ genoemd. Onvrijwillig urineverlies in zodanige mate dat dit sociale of hygiënische problemen oplevert, wordt ‘incontinentie’ genoemd. Incontinentie bij kinderen kan velerlei oorzaken hebben: van ernstige neurologische of andere anatomische afwijkingen tot een verstoorde zindelijkheidsontwikkeling.

Aan de hand…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia Kinderziekenhuis, afd. Kinderurologie, Gordelweg 160, 3038 GE Rotterdam.

Dr.J.M.Nijman en prof.dr.R.J.Scholtmeijer, kinderurologen.

Contact dr.J.M.Nijman

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

A.K.
Westendorp

Rheinberg (Duitsland), november 1991,

De klinische les van Nijman en Scholtmeijer (1991;1945-8) legt nogmaals de nadruk op een gedegen anamnese en een grondig urologisch en gynaecologisch onderzoek. Ter aanvulling van de door hen genoemde geavanceerde methoden wil ik de aandacht vestigen op de intraveneuze toediening van indigokarmijn of methyleenblauw. De diagnostiek van in de vagina uitmondende ureters, maar ook van kleine blaas-vagina-fistels, wordt hierdoor vereenvoudigd. Wanneer bij inspectie, eventueel ook met een colposcoop, geen blauw gekleurde urine zichtbaar is, kan voor de duur van enige uren een kompres opgerold in de vagina (of in het rectum bij blaas-rectum-fistels) gelegd worden. Wanneer dit aan het craniale einde blauw verkleurt, is het ectopisch aflopen van urine bewezen.

A.K. Westendorp

Rotterdam, december 1991,

Wij zijn collega Westendorp erkentelijk voor zijn reactie en aanvulling op onze klinische les. Het intraveneus toedienen van indigokarmijn of methyleenblauw om de diagnostiek van ectopisch uitmondende ureters te vereenvoudigen is een van oudsher bekende methode. Er zijn echter twee belangrijke redenen waarom deze bij kinderen zelden toegepast wordt.

In de eerste plaats heeft het toedienen van methyleenblauw alleen zin wanneer er sprake is van een nog goed functionerend niersegment. Aangezien bij het merendeel van de ectopisch uitmondende systemen sprake is van dysplasie van het bijbehorende nierdeel, duurt het meestal zeer lang tot vele uren voordat het blauw uitgescheiden wordt. Omdat het onderzoek bij kinderen onder narcose plaatsvindt en zij al gedurende enige tijd nuchter worden gehouden voor de ingreep, wordt de periode tussen toediening en uitscheiding nog vergroot.

In de tweede plaats heeft het exact lokaliseren van de plaats waar de ectopische ureter uitmondt voor de behandeling zelf eigenlijk weinig consequenties. Bij volwassen vrouwen ligt de situatie anders omdat een en ander poliklinisch kan worden uitgezocht. Toch willen wij er nogmaals nadruk op leggen dat een goede anamnese in combinatie met echo en intraveneuze pyelografie bij het merendeel van de patiëntjes tot het stellen van de juiste diagnose leidt.

J.M. Nijman
R.J. Scholtmeijer