Gips of afneembare brace bij enkelfracturen?

Een paar voeten waarvan de rechter voet in het gips zit.
Niels J. Elbert
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2022;166:D6338

artikel

Waarom dit onderzoek?

Jaarlijks breken circa 30.000 Nederlanders hun enkel. Dat aantal zal in de komende jaren stijgen, gezien de vergrijzing en het feit dat steeds meer mensen ook op hogere leeftijd fysiek actief blijven. Afhankelijk van het type fractuur wordt de patiënt conservatief of operatief behandeld. In beide gevallen speelt immobilisatie van het enkelgewricht, bijvoorbeeld met gips of een brace, een belangrijke rol bij het herstel. Het is echter niet duidelijk welke vorm van immobilisatie de voorkeur heeft.

Onderzoeksvraag

Welke vorm van immobilisatie geniet de voorkeur bij volwassen patiënten met een enkelfractuur: onderbeengips of een afneembare enkelbrace?

Hoe werd dit onderzocht?

De onderzoekers verrichtten een pragmatische, multicentrische RCT in 20 traumacentra in het Verenigd Koninkrijk onder volwassen patiënten met een enkelfractuur. Patiënten bij wie de arts van mening was dat immobilisatie met gips gedurende minimaal 3 weken geïndiceerd was, kwamen in aanmerking voor deelname, ongeacht of zij conservatief of operatief behandeld werden. Patiënten met een metastase-gerelateerde fractuur, een complexe intra-articulaire fractuur, wondcomplicaties die het dragen van een afneembare brace beletten of een pre-existente neuroartropathie werden uitgesloten van deelname. Deelnemers werden 1-op-1 gerandomiseerd tussen immobilisatie met onderbeengips of een enkelbrace gedurende ten minste 3 maanden. Patiënten in de gipsgroep startten met onbelaste oefentherapie zodra het gips was verwijderd, terwijl patiënten in de bracegroep gestimuleerd werden om direct met de bewegingsoefeningen te beginnen. De primaire uitkomstmaat was de ‘Olerud-Molander ankle score’ (OMAS) na een follow-upperiode van 16 weken. Deze score is gebaseerd is op een vragenlijst die bestaat uit de items pijn, stijfheid, zwelling, traplopen, rennen, springen, hurken, hulpmiddelen, en werk en dagelijkse activiteiten. Secondaire uitkomstmaten waren kwaliteit van leven (EQ-5D-5L), 2 functionele scores (‘Manchester-Oxford foot questionnaire’ en ‘disability rating index’) en complicaties (diep-veneuze trombose, longembolie, pijn, zwelling, doof gevoel in de voet, wondinfectie, fractuurgenezing).

Belangrijkste resultaten

In totaal kregen 334 patiënten onderbeengips (gemiddelde leeftijd: 46,7 jaar; 59% vrouw) en 335 patiënten een afneembare enkelbrace (gemiddelde leeftijd: 45,9 jaar; 55% vrouw). Bij 428 patiënten (64%) was de enkelfractuur veroorzaakt door een laagenergetisch trauma en bij 364 patiënten (54%) vond een operatie plaats. Na een follow-upperiode van 16 weken was de OMAS bekend van 502 patiënten (75%). Op basis van de ‘intention-to-treat’-analyse was er geen statistisch significant verschil in OMAS tussen de 2 groepen (gemiddeld verschil: 1,8 (95%-BI: -2,0-5,6). Ook was er geen klinisch relevant verschil in kwaliteit van leven en functionele scores tussen beide groepen. De complicaties waren eveneens vergelijkbaar.

Literatuur
  1. Kearney R, et al. Use of cast immobilisation versus removable brace in adults with an ankle fracture: multicentre randomised controlled trial. BMJ. 2021;374:n1506. doi:10.1136/bmj.n1506 Medline

Auteursinformatie

Contact N.J. Elbert (niels_elbert@hotmail.com)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Niels J. Elbert ICMJE-formulier
Geen duidelijkheid over beste aanpak bij enkelfractuur
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties