Maak kennis met Timo Bolt

Wat wilde u vroeger worden?

‘Ik schijn als klein jongetje verkondigd te hebben dat ik later als ik groot was grappenmaker wilde worden. Dat heeft mij de levenslange hoon van mijn oudere broers opgeleverd. Maar nu ik geregeld college sta te geven voor een zaal geneeskundestudenten bekruipt me soms de gedachte dat er toch iets van die kinderdroom uit is gekomen.’

Wat was de beste stap in uw carrière?

‘Na aan korte loopbaan als ergotherapeut besloot ik in 2001 om – voor mijn plezier – geschiedenis te gaan studeren. En de rest is geschiedenis…’

Wat zou u doen als u 1 dag dictator zou kunnen zijn?

‘Ik zou een basisinkomen invoeren en vergaande maatregelen nemen ten behoeve van klimaat en duurzaamheid.’

Wat is uw mooiste publicatie?

‘Dat is mijn proefschrift uit 2015 over de geschiedenis van evidence-based medicine: A Doctor’s Order: The Dutch Case of Evidence-Based Medicine (1970-2015). De handelseditie van dit boek is nog altijd verkrijgbaar!’

Welk boek moet elke dokter lezen?

‘Mijn proefschrift natuurlijk, haha! Serieus: In het licht van de huidige NTvG-campagne tegen het roken, die ik van harte ondersteun, wil ik hier noemen: The cigarette century: the rise, fall and deadly persistence of the product that defined America van Harvard-historicus Allan Brandt. Het is een geweldig geschreven boek met een enorme analytische diepgang ten aanzien van de interactie tussen wetenschap, cultuur, politiek, economie en recht. Voor dokters is dit boek onder andere interessant omdat het inzicht biedt in alle politieke, economische en maatschappelijke krachten die van de meeste gezondheidsvraagstukken veel meer dan puur medische of wetenschappelijke aangelegenheden maken. En natuurlijk moet ik hier de boeken van Pulitzerprijs-winnaar Siddartha Mukherjee noemen: De keizer aller ziektes: een biografie van kanker en Het gen. Een recensie van collega-historica Jolande Withuis in NRC maakt duidelijk waarom: “Een behandelend arts-onderzoeker met een gouden pennetje is al zeldzaam, maar als dat dan ook nog wordt gecombineerd met analytisch vermogen, het talent om complexe zaken helder uit te leggen, een subtiel gevoel voor de historiciteit en de feilbaarheid van het medisch denken plus de durf om een ontzagwekkend grote greep te doen – dan heb je iets bijzonders in handen.”’

Heeft u een ‘guilty pleasure’?

‘Ik kijk meer sport dan goed voor me is. Vraag me wie er bij een willekeurige middenmoter uit de Eredivisie op de reservebank zit, dan noem ik zonder na te denken zo een stuk of vijf namen.’

Welke muziek moet elke dokter luisteren?

‘Bob Dylan, dat behoeft geen uitleg en lijdt geen twijfel.’

Kunt u uw persoonlijkheid samenvatten in 3 steekwoorden?

‘Volgens mijn vrouw: vrolijk, intelligent, betrokken.’

Hoe past alcohol in uw leven?

‘Ik drink eigenlijk nooit, behalve één keer per jaar. Dan gaan we met een vriendengroep naar de Ardennen in een Spartaanse gîte bij een klooster. In dat klooster brouwen ze fantastisch bier met veel alcohol… daar kan ik dan echt van genieten. Maar ik neem geen krat mee voor thuis, dan wordt het weer te gewoon.’

Als u nu geen historicus was, wat zou u dan het liefste zijn?

‘Profvoetballer… Ik heb altijd stiekem de hoop gehad dat het ooit nog zou gebeuren. Een paar jaar geleden daagde ineens het inzicht dat ik al ouder was dan de oudste voetballer in de eredivisie, dus dat het er waarschijnlijk toch niet meer van gaat komen.’

Heeft u een tip voor geneeskundestudenten?

‘Ga eens naar de (universiteits)bibliotheek of naar de website van de National Library of Medicine en ontdekt dan dat er veel meer is dan alleen maar PubMed.’

Wat is uw motto of lijfspreuk?

‘Niet echt een lijfspreuk, maar wel een uitspraak van T.S. Eliot uit 1934 die ik profetisch vind: “Where’s the wisdom we have lost in knowledge, where is the knowledge we have lost in information?”’