Artikel voor onderwijs en opleiding

Misselijkheid

Een groene, misselijke emoji.
José M. Conchillo
Marieke H.J. van den Beuken-van Everdingen
Jean W.M. Muris
Ad A.M. Masclee
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:D3978
Abstract

Op de hoogte blijven van nieuwe leerartikelen, compleet met geaccrediteerde toetsvragen en luisterversie?
⚡Abonneer je op een e-mail alert door het dossier leerartikelen te volgen.⚡

Toets voor nascholing

Aan dit leerartikel is een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kan verdienen. De toets is beschikbaar tot 12 mei 2024.

Maak de toets
Overzicht van te behalen accreditatiepunten
Specialisme Punt(en)
Alle BIG-erkende specialismen 1
  • Deze toets geldt voor alle BIG-erkende specialismen en levert je 1 nascholingspunt op. De toets is geaccrediteerd door ABAN, NAPA, KNMP en NVZA.
  • De toets telt mee binnen en buiten het eigen vakgebied voor medisch specialisten, huisartsen, sociaal geneeskundigen,specialisten ouderengeneeskunde, apothekers en physician assistants. De accreditatie geldt niet voor verpleegkundig specialisten.
  • De toewijzing van punten verloopt via PE-online (het herregistratiesysteem) na het invullen van je BIG-nummer.

Misselijkheid is een veelvoorkomende klacht in de eerste en tweede lijn die bij sommige patiënten een uiting is van een ernstige aandoening. In dit artikel bespreken we aan de hand van verschillende vragen uit de dagelijkse praktijk de mogelijke oorzaken, de rol van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek en de behandeling van misselijkheid.

Algemeen

Wat is de definitie van ‘misselijkheid’?

Misselijkheid wordt gedefinieerd als het onplezierige, niet-pijnlijke, subjectieve gevoel in de maagstreek, of de neiging te moeten braken.1,2 Misselijkheid moet onderscheiden worden van maagklachten (brandend, opgeblazen, vol of pijnlijk gevoel in de maagstreek) en regurgitatie (opgeven van onverteerd voedsel zonder voorafgaande misselijkheid).3 Wanneer de klachten langer dan 4 weken bestaan, spreken we van chronische misselijkheid.

Hoe vaak komt misselijkheid voor in de huisartsenpraktijk?

De prevalentie van misselijkheid in de Nederlandse huisartsenpraktijk is 7,6 per 1000 patiënten. Vrouwen komen vaker met misselijkheid bij de huisarts dan mannen: 11,1…

Auteursinformatie

Maastricht UMC+, Maastricht. Afd. Maag-darm-leverziekten: dr. J.M. Conchillo en prof.dr. A.A.M. Masclee, mdl-artsen. Afd. Expertise Centrum Palliatieve Zorg: prof.dr. M.H.J. van den Beuken-van Everdingen, internist en medisch consulent palliatieve zorg. Maastricht University, vakgroep Huisartsgeneeskunde, Maastricht: prof.dr. J.W.M. Muris, huisarts.

Contact J.M. Conchillo (j.conchillo@mumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
José M. Conchillo ICMJE-formulier
Marieke H.J. van den Beuken-van Everdingen ICMJE-formulier
Jean W.M. Muris ICMJE-formulier
Ad A.M. Masclee ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
10 vragen over
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Kleine opmerking, op man-vrouw gebied. De volgende zin:

'Bij jonge vrouwen met misselijkheid en gewichtsverlies kunnen de klachten door henzelf geïnduceerd zijn (boulimia nervosa).'

Hoewel dit vast meer gezien wordt onder jonge vrouwen, zijn jonge mannen, iets oudere vrouwen, iets oudere mannen, oftewel gewoon iedereen ook een mogelijkheid. Laten we proberen neutraler te zijn met dit soort ziektebeelden en stereotypen.

Lisa Havinga, student Rijksuniversiteit Groningen

José
Conchillo

Als antwoord op door lisamaudhaving…

Dank voor reactie. In de paragraaf anamnese/lichamelijk onderzoek geven we een overzicht met patiëntkenmerken die richting kunnen geven aan de differentiaal diagnose van misselijkheid en braken. Zo melden we dat “Bij jonge vrouwen die afvallen kan het braken zelf geïnduceerd zijn (boulimia)”.

Bovenstaande wordt onderbouwd door de wetenschappelijke literatuur, waarbij onder meer gemeld wordt dat anorexia en boulimia nervosa vooral bij vrouwen voorkomen, met een prevalentie van circa 2% bij jonge vrouwen. Eén op de tien tot twintig patiënten is een man1,2.

Dr. J.M. Conchillo, MDL-arts  Maastricht MUMC+

1 American Psychiatric Association (2013). Feeding and eating disorders. Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (5th ed). Washington, DC: American Psychiatric Association.

2 Folder Eetstoornis. Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. www.nvvp.net

Allereerst bedankt voor dit mooie overzichtsartikel! Er bleef bij mij een vraag spelen. Waar in de figuur van de pathogenese moet ik psychogene factoren als oorzaak plaatsen? Valt dit onder stimulatie van de hogere corticale centra? 

Alvast bedankt!

Eva Flens, aios huisartsgeneeskunde

Dank voor reactie. Psychogene factoren oefenen hun invloed uit via de aanvoerende banen vanuit de cortex cerebri.

Dr. J.M. Conchillo, MDL-arts  Maastricht MUMC+