Volg een integratieve benadering

Psychotische klachten bij patiënten met een lichte verstandelijke beperking

Illustratie van handomtrekken in verschillende kleuren.
Rebecca Seelig
Myrthe Kerstholt
Jolien Schölvinck
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:D6789
Abstract

Beste collega’s,

In deze klinische les gaan we het hebben over psychotische klachten bij mensen met een lichte verstandelijke beperking. Wij vragen aandacht voor een integratieve benadering van deze klachten. Aan de hand van twee patiënten laten we zien wat die benadering inhoudt.

De interpretatie van psychotische klachten bij iemand met een lichte verstandelijke beperking (LVB) is vaak ingewikkeld en voor veel huisartsen onbekend terrein. Bij de integratieve benadering van deze klachten wordt aandacht besteed aan de verschillende domeinen die een rol spelen bij het ontstaan van de klachten.1 Het stellen van een goed onderbouwde DSM-classificatie en een zorgvuldige klinische diagnose is vanzelfsprekend ook bij deze doelgroep van belang.

Bij mensen met een LVB is het duiden van psychotische klachten ingewikkeld, omdat men rekening moet houden met het cognitieve, adaptieve en sociaal-emotionele niveau van de betrokkene. Het begrijpen van de onderliggende kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van psychotische klachten leidt tot betere behandeling. Bovendien voorkomt het onnodige blootstelling aan gezondheidsrisico’s, zoals hoge dosering en langdurig gebruik van antipsychotica, of juist onderbehandeling met sociale risico’s zoals uitstoting tot gevolg. Daarom illustreren wij aan de hand van twee patiënten verschillende uitingsvormen van psychotische klachten.

Patiënt

Auteursinformatie

Cordaan, Amsterdam: drs. R. Seelig en drs. M. Kerstholt, artsen VG. Mentrum Trace, Arkin, Amsterdam: drs. J. Schölvinck, psychiater.

Contact R. Seelig (rseelig@cordaan.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

Rebecca Seelig en Myrthe Kerstholt hebben in gelijke mate bijgedragen aan het manuscript en delen het eerste-auteurschap.

Auteur Belangenverstrengeling
Rebecca Seelig ICMJE-formulier
Myrthe Kerstholt ICMJE-formulier
Jolien Schölvinck ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Huisartsgeneeskunde
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Michiel
Vermaak

In 1931 verscheen er in dit blad in de rubriek "Clinische lessen" een artikel over "Debiliteitspsychose" van Professor van der Horst.

"Rust, goede voeding en verandering van milieu"; Dat stelde Professor Van der Horst voor als therapie bij mensen met psychotische klachten en waarbij de "intellectuele praestaties (sic) niet geheel volwaardig .. zijn." 

De termen zijn uiteraard obsoleet maar de strekking is hetzelfde als in dit mooie artikel van mijn collega's; "Toestanden als deze komen bij oligophrenen vrij veel voor. De beelden zijn wisselend en kunnen in elkaar overgaan. Zij ontstaan dikwijls reactief" en ".. het onderkennen van deze psychoses voor prognostiek (is) van grote betekenis, daar het beloop vrij gunstig is." 

Het zou mooi zijn als in de DSM 6 deze vorm van psychotische klachten een aparte classificatie zouden krijgen omdat we dus al in elk geval meer dan 90 jaar weten dat therapie en prognose verschillend zijn.

Michiel Vermaak, arts VG, Novicare

De auteurs schrijven: '1 op de 8 Nederlanders heeft een IQ onder de 85'. Dit is een misverstand. Het IQ is PER DEFINITIE normaal (Gaussiaans) verdeeld, met een gemiddelde van 100 en een SD van 15. Het percentage onder de 85 is 15,87%, dus 1 op de 6. Woittiez et al*) definiëren Licht Verstandelijk Beperkt als a) een IQ van 50-70, òf b) een IQ van 70-85 en niet sociaal redzaam. Zij komen dan op een prevalentie van 4,1%, dus 1 op de 25. Het zou goed zijn als de auteurs duidelijk maken wat Licht Verstandelijk Beperkt is en hoeveel het voorkomt.

 

Martijn Katan, em. hoogleraar voedingsleer
Literatuur

*) Isolde Woittiez et al. Het aantal mensen met een licht verstandelijke beperking: een schatting. Notitie ten behoeve van het IBO LVB. Sociaal en Cultureel Planbureau, oktober 2019

Het artikel roept een aantal vragen bij mij op. Inderdaad hoe lvb precies gedefinieerd wordt. Een vrouw die een cognitief niveau heeft van 7 jaar en een emotioneel niveau van 5 jaar lijkt me toch wat ernstiger beperkt bijvoorbeeld. De tweede vraag is welke verantwoordelijkheid wordt hier nu precies bij de huisarts gelegd en is dit wel terecht. Wie is hier de hoofdbehandelaar? Moet dat niet een LVG arts zijn die vraagt of de huisarts de dagelijkse huisartsgeneeskundige zorg wil doen maar met korte lijnen bij ontregeling de zorg overneemt? Ik zie hier weer een eenzaamheid en gedeeltelijk ontreddering ontstaan zowel bij de zorg als bij de huisarts die niet nodig is als er snel vakkundige ondersteuning is. Antipsychotica voorschrijven bij verstandelijke beperking is geen huisartsgeneeskunde en beoordeling van de totale situatie van het functioneren bij mensen met een verstandelijke beperking ook niet. Verder heeft de AVG arts de sociale kaart van zorg voor mensen met een verstandelijke beperking in beeld. Dit kun je van een huisarts niet verwachten. 

Mijn indruk is dat de huisarts hier weer erg in de steek is gelaten in de zorg voor deze kwetsbare groep. Wij kunnen de huisartsgeneeskundige hulp aan semizelfstandig wonende mensen alleen doen als er korte lijnen zijn met de gespecialiseerde medische zorg en moeten daarnaar snel kunnen verwijzen als het complex wordt. Niet met instructies en adviezen op afstand aan het werk gezet worden.

Annet Boom, huisarts te Eersel